Ik moet eerlijk bekennen, dat het tegenvalt om tijd vrij te maken voor stukjes. Er was dan wel vorstverlet, maar ik had toch een aantal beunklussen en ben thuis ondertussen ook nog eens begonnen met klussen. Gezeten achter de computer, om me heen ligt er allemaal zooi, maar ik ga toch maar weer eens een poging wagen.
Was mijn vorige stukje niet al te positief over het niveau van rockmuziek in Nederland, met Dowzer krijgt het een nieuwe kans. Een kwartet uit Roosendaal dat poppunk maakt met als invloeden als NOFX en Blink182. – Gaap. Hebben we dat nou niet een keer gehad? – Nee dus: getuige de vijf nummers die op het schijfje Facing Paper Tigers staan. De clichés zijn niet te missen, al stuitert het lekker. Een bandje dat het in de plaatselijke jeugdsoos goed zal doen, maar waar we verder waarschijnlijk nooit meer iets van horen. Het ene oor in, het andere oor uit. En die zanger is die nog verkouden? Wel een leuk hoesje trouwens en met stickers!
Over hoesjes gesproken. Hagenaar Leo Gstreins Someday You´ll Be King is een hele mooie. De hoes is ontworpen door drummer Manfred Gstrein en mag zo aan de muur van mijn verbouwde toko. Over de muziek geschreven door broer Leo daarentegen moet ik wat langer nadenken. Het is een soort van: ik weet wat er te koop is en ga alle clichés proberen te omzeilen (waarvoor op zich hulde!). De cd heb ik heel wat moeten draaien, voordat bij mij het kwartje enigszins begon te vallen. Het met name wat ingetogener en de emotie opzoekend materiaal vind ik wat minder. Wat dat betreft zijn de twee openers geen lekkere start, maar daarna komt het toch nog wel goed. Wat zich wel wreekt is de stem van Leo: ik vind hem wat dunnetjes voor een heel album. Misschien ook daarom dat de track “Cold November” gezongen door Julia Scott mijn favoriete song van dit album is, ondanks de ingetogen sfeer. En “The Black Sea” dat de speakers uitspat.
Als je het over zangers hebt, dan heeft Burned Shoulders een hele fijne. Of beter gezegd een heel aparte. Dit is Sander Timmermans, en als ik het goed heb is hij de hele band. Hoofdinstrument is de gitaar en dus de bijzondere stem van Timmermans, die wel wat aan Connor O´Brien en Anthony Hegart doet denken. Op zich zou deze plaat On Escapism best wel wat kunnen zijn, maar de sobere – lees wat saaie – uitvoering maakt toch dat negen tracks wat teveel van het goede is. Ik kom er gewoon niet doorheen, en dat terwijl het niet slecht is. Van het album zou van mij alleen “On Homes & Surroundings” door mogen naar de volgende ronde. Ondanks dat dit met ruim zeven minuten lengte de langste track is, komt ook door het gebruik van de piano naast de gitaar hier alles samen. Kortom mijn advies: bandje formeren en met instrumentarium de saaiheid doorbreken. Komt het helemaal goed. En toch maar een andere bandnaam, want van Burned Shoulders ben ik nog nooit vrolijk geworden.
mij=Waterslide & Eigen beheer & Brave Burger Records
4 reacties