Motel Mozaïque 2013 – Voorpret

Toen het Fonds Podium Kunsten aankondigde geen rijkssubsidie meer toe te delen aan Motel Mozaïque, was het de vraag in welke vorm het Rotterdamse festival zou blijven bestaan. Dit jaar is er gekozen voor een tweedaags weekender format, waar het programma van zaterdag direct 's middags weer oppikt. Nu ligt de focus vooral op de jonge beloftes boven grotere gevestigde namen. Hiermee neemt de organisatie een grote gok, vooral omdat Motel Mozaïque sinds haar ontstaan stapsgewijs veel ambitieuzer is gaan programmeren, met steeds meer locaties in en rondom het centrum van Rotterdam.
Mister and Mississippi


mij=Door Jasper
Zou het ook zonder de Belle & Sebastians en Patrick Watsons lukken om overal een volle bak te trekken? Bij ondergetekende heerst de scepsis: vooral omdat er in het blokkenschema opnieuw veel overlappingen te bespeuren zijn. Dit jaar wilde Motel Mozaïque uitsluitend passe-partouts verkopen, maar op het laatste moment is er tóch nog gekozen om ook dagkaarten aan te bieden. Het voelt als een wanhopige poging om alsnog quitte te kunnen draaien. Daarbij opgeteld zijn de dagkaarten relatief duur: 37,50 voor de vrijdag en 45 euro voor de zaterdag. De prijs van een passe-partout (65 euro) is dan relatief gezien een 'koopje'.
Hoewel Motel Mozaïque wat mij betreft dit jaar (te) hoog inzet met het gebrek aan echte headliners is het muziekprogramma weer dik in orde. Jammer wellicht dat het de line-up ietwat ontbreekt aan pure gitaar- en noisebandjes, maar het doelbewuster op bepaalde genres te mikken is absoluut een schouderklopje waard. De nadruk op singer-songwriter, nu-soul, improvisatie-ensembles, elektronica en synthpop geeft Motel Mozaïque een duidelijke identiteit. Of zoals festivaldirecteur Harry Hamelink al stelde: het festival gaat weer terug naar zijn roots.
Op de vrijdag beginnen we bij Mister & Mississippi in De Gouvernestraat, Inmiddels heeft heel Nederland het jonge Utrechtse indiefolkkwartet omarmd. Verstilde, mierzoete luisterliedjes die soms uitmonden tot geduchte geluidscollages, met een voorliefde voor de oeh-en-aah hooks die zich slinks tussen de oren nestelen. Mister & Mississippi is een band die haar livegeluid tot in de kleinste details beheerst. Een zegetocht staat vast, zou je zeggen? Nou, niet helemaal. Iets blijft aan me vreten: is het die hachelijke bandnaam? Of is zijn die kampvuursongs net iets te kuis zijn om compleet te kunnen ontwapenen? Teveel zoetigheid kan soms leiden tot verderf, al hoop ik dat Mister & Mississippi mijn vermoedens niet bevestigen.
Daughter
Net als Mister & Mississippi is Daughter een band die eensklaps van verstilling naar bombast kan exalteren zonder dat de liedjes er verder onder lijden. Maar singer-songwriter Elena Tonra is toch een ander beestje: haar teksten zijn buitengewoon wrang en rechttoe-rechtaan. Veel radiovriendelijke hooks zijn er niet te bespeuren. Er hangt altijd onwennigheid bij de muziek van Daughter in de lucht, eentje die steeds doet anticiperen naar de volgende noot – een kunstje dat collega-muzikante Laura Marling ook zo fantastisch beheerst. Tonra is van nature introvert; op het podium staart ze nog steeds liever naar haar schoenen dan in het publiek. Daughter heeft met die breekbare esthetiek al heel wat zieltjes gewonnen op Into The Great White Open en Crossing Border. Daughter staat op Motel Mozaïque echter in de pikdonkere, ijskoude danshal Corso geprogrammeerd. Als het lukt deze tamelijk wanstaltige plek in rep en roer te krijgen, dan maakt Daughter de lovende woorden van veel muziekcritici meer dan waar.
In de Schouwburg staat John Grant, die onlangs in een uitgebreid interview met collega André vertelde over onder andere zijn toevlucht naar een elektronisch geluid en de IJslandse taal. Omdat het nieuwe album Pale Green Ghosts zo'n drastische progressie is ten opzichte van zijn eerdere werk is het gissen wat voor live-performance we hier gaan aantreffen. Gaat Grant ook in traditionele bezetting nummers vertolken? Of focust hij zich grotendeels op nieuw materiaal? En wellicht belangrijker: komt hij op het podium gehuld in donkerblauw kostuum of met een uil op zijn schouder?
John Grant
Met zijn breed uitgemeten achtergrondband Spacebomb mag Matthew E. White de Gouvernestraat bekoren met een serie soulvolle anthems over het leven, de liefde en de dood. Pas de scherpe en schertsende songsmederij van Randy Newman toe bij de stijlvolle klankkleur van Isaac Hayes' Hot Buttered Soul en je krijgt een wel heel bijzonder sausje. Matthew E. White is een muzikant van de oude school, die naast schrijver van zalvende slackerliedjes een begenadigd jazzmuzikant is. Niet te missen, dit tafereel. Als er één gitaarband op Motel Mozaïque speelt die onder de noemer 'headliner' zou kunnen vallen is het zonder twijfel The Veils. Finn Andrews en zijn bandleden staan al sinds het begin van dit millennium in de schijnwerpers en zijn als live act een zekerheidje te noemen. Op Time Stays, We Go laat The Veils zich meer van een sensuele, dansbare kant zien. Eens kijken of de troubadour met de zigeunerhoed nog steeds met die nicotinesnik door de ziel kan snijden als warm mes door boter.

The Veils

Op de zaterdag is het kiezen tussen de knuffelfolk van Stornoway en de “gospeldelica” van Laura Mvula. De laatstgenoemde lijkt mij in ieder geval een stuk intrigerender. Het debuut Sing To The Moon klinkt alsof Brian Wilson een plaat van Ella Fitzgerald heeft geproduceerd. Geraffineerde, orkestrale soulpop met ijzer-IJZERsterke zang en veel spannende wendingen. Als de muziek van Mvula live net zo knap in elkaar zit, zie ik weinig acts dit op deze avond overtreffen.
Twee jaar geleden zag ik feestband Retro Stefson uit IJsland de boel afbreken op Festival de-Affaire: toen was de band nog volslagen onbekend. Inmiddels is het geheim van Retro Stefson de hele wereld rondgegaan. De afgelopen jaar heeft de band ook een meer mainstream popgeluid aangemeten die het goed zal doen in een dansclub als de Corso. Dat geldt overigens ook voor het indie-R&B-duo AlunaGeorge, dat al veel buzz kreeg tijdens Eurosonic. Niet helemaal mijn ding moet ik bekennen: ik heb mijn R&B liever zo glad als een bananenschil, zonder al die glitchy moeilijkdoenerij erbij. Duizendpoot Woodkid gaat intussen in de Schouwberg met een aantal muzikanten van het Kyteman Orchestra voor het grote gebaar. Ook niet mijn ding. Maar S O H N, dat klinkt dan weer wel interessant: minimale beats, gesamplede stemmetjes en subtiele arrangementen met sporadische organische toevoeging. Het klinkt als het type muzikant dat Björk een belletje zal geven voor een remix of gastbijdrage op haar nieuwe album. Fans van Thom Yorke's Atoms For Peace en het oudere werk van Four Tet zullen hier van smullen.
Retro Stefson
Hoewel de galmende psychrock van The Growlers aanlokkelijk klinkt, kies ik toch Jacco Gardner in de Gouvernestraat als eindstation. Eerder dit jaar zag ik hem nog in Corso spelen. Hij kroop toen helemaal in zijn schulp, nog zichtbaar onwennig in zijn rol als frontman. Tijdens het optreden vroeg een fotograaf mij ook: “Wie in de band is nou Jacco Gardner? Hem?” Hij wees vervolgens richting bassist Jasper Verhulst. Ik ben dus benieuwd in hoeverre Jacco zich intussen heeft ontwikkeld na een maand toeren door de VS. Is de band beter op elkaar ingespeeld? Worden de al die inventieve melodieën nu wat beter benut? Durft de band wat meer de diepte in te gaan dan slechts de nummers op Cabinet of Curiosities natuurgetrouw na te spelen? Nu Jacco een beetje uitgebuzzed is gaan we op Motel Mozaïque zien hoe de afgelopen vier maanden zich hebben uitbetaald.

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven