Bij veel aanstormende alternatieve bands duurt het minstens een paar jaar voordat het clubcircuit definitief aanhaakt. Wat dat betreft is synthpopgroep Austra een uitzondering: twee jaar geleden wist de band uit Toronto een uitverkochte Heineken Music Hall te dragen in het voorprogramma van landgenoten Arcade Fire. Sindsdien doet Austra het erg goed in de kleinere clubzalen. Optredens in Rotown en recentelijk Bitterzoet raakten vliegensvlug uitverkocht. Desondanks krijgt Austra tot dusver relatief weinig pers in Nederland.
Gelukkig betekent dit dat Katie Austra Stelmanis File Under nog veel te vertellen heeft. Zo heeft ze naast een achtergrond in klassieke muziek ook in een riot grrrl-bandje gespeeld. Een muzikale ontplooiing van extreme uitersten rijpte zich uiteindelijk tot Austra, wiens muziek in het verlengde ligt van Depeche Mode, Zola Jesus, New Order en Handsome Furs – een wonderlijke mengelmoes van eighties pop, electro en alternatieve rock, waarbij Stelmanis’ verheven windpijpen de liedjes voorzien van de nodige dramatiek en pathos.
Een titel als Olympia suggereert dat de band haar geluid op de nieuwe LP nog omvangrijker heeft gemaakt. Austra klinkt tegenwoordig echter bondiger en toegankelijker dan voorheen. Minder bombast, meer hooks; dat lijkt het motto te zijn. Olympia mag dan meer behapbaar zijn dan voorganger Feeling It Break, Stelmanis heeft nog geen behoefte aan een doorbraak bij het grote publiek: ‘Ik heb veel indiebandjes meegemaakt die tekenen bij een major en vervolgens in de vergetelheid raken.’
mij=Interview: Jasper
Je werd als kind opgeleid tot operazangeres. Vergt een opera zingen meer dan alleen in de huid kruipen van een personage? In hoeverre komt er ook eigen levenservaring bij kijken?
‘Ik denk dat dit het geval is bij elke muzikant. Iedereen die muziek maakt draagt bepaalde ervaringen mee om het eerbiedig te kunnen uitvoeren. Maar ik weet niet zeker of dit compléét waar is, waarschijnlijk helpt het wel. In het geval van opera denk ik dat als je je leert identificeren met het personage en – belangrijker nog – de muziek, dat het absoluut mogelijk is om met je publiek te communiceren.’
Het lijkt me wel een moeilijkere opgave dan bijvoorbeeld popliedjes zingen voor een menigte. Heb je je hoofd er vaak aan moeten stoten?
‘Ik ben nooit tot het punt gekomen waar ik mocht zingen in grote operaproducties.. Voor mij persoonlijk – ik ben nog steeds liefhebber van opera’s en ik bezoek ze nog steeds. Ik was gewoon niet klaar om me aan die levensstijl te onderwerpen. Het was té streng voor mij. Als je operazangeres wilt worden, neemt het je hele leven in beslag. Je lichaam is jouw instrument, dat moet je goed kunnen onderhouden. Ik was destijds 19 of 20…ik had toen helemáál geen zin om voor mijn lichaam te zorgen! (lacht) Dus ik koos een nieuw pad.’
Opera vergt niet alleen een specifieke esthetiek, maar ook qua techniek is er weinig ruimte om bijvoorbeeld foutjes te maken. Dat lijkt me nogal beknellend, als artiest zijnde.
‘Dat is het ook. Als jij je in welke vorm van klassieke muziek dan ook wilt specialiseren – met uitzondering van componisten – dan moet je op een hele specifieke manier andermans arrangementen kunnen spelen of zingen. Mensen hebben een hele hoge maatstaf bij de manier waarop stukken uitgevoerd worden. Afgezien van je eigen interpretatie is er weinig ruimte voor creativiteit.’
Welke opera’s raken je persoonlijk?
‘Giacomo Puccini’s opera’s vind ik het mooist. Ze hebben ook een grote invloed gehad op mijn manier van liedjes schrijven. Toen ik begon met muziek schrijven wilde ik stiekem een Puccini-opera schrijven. En ik weet niet of dat zo’n goed plan was, om popliedjes te baseren op opera’s. Dat is vaak een hit-or-miss situatie. (lacht) Maar Puccini’s muziek heeft zich voor eeuwig in mijn brein genesteld.’
In meerdere interviews vertel je dat je vroeger geobsedeerd was met het instuderen van klassieke muziek. Waar kwam die obsessie vandaan?
‘Ik weet het niet, obsessieve compulsieve stoornis misschien? (lacht, pauzeert volgens) Ik ben vooral erg competitief. Toen ik piano leerde spelen wilde ik per se de beste zijn. Ik zette mezelf ertoe letterlijk vier tot vijf uur per dag te oefenen. En daar genoot ik ook van. Mensen om me heen maken me vaak belachelijk om het feit dat ik te lang doorpeins over bepaalde dingen. Dan glimlach ik vriendelijk tijdens een gesprek, maar negeer ik intussen totaal wat er wordt gezegd. Het enige wat mij kalmeerde was het oefenen achter mijn piano. Ik beschouwde het zelfs als meditatie.’
Jouw landgenoot Patrick Watson vertelde mij ooit dat zijn moeder de timer van de oven zette tijdens het oefenen, want hij had naar eigen zeggen weinig zelfdiscipline.
‘Wat grappig (lacht). Mijn ouders vroegen mij rond elf uur om te stoppen om te kunnen slapen. Vervolgens schreeuwde ik naar ze en schold ze uit voor white trash!'(lacht)
Raak je nog steeds geprikkeld als je bijvoorbeeld aan nieuwe muziek werkt?
‘Absoluut, maar het uit zich logischerwijs op een andere manier. Tegenwoordig speel ik muziek met een totaal nieuwe invalshoek. Op Olympia heb ik samenwerkingen durven omarmen. En daardoor ben ik als artiest gegroeid.’
Jij bent overigens een van de weinige mensen die kan zeggen een achtergrond in zowel klassieke muziek als riot grrrl-punk te hebben.
‘Mijn bandgenoot Maya Postepski (drums/percussie) zat in hetzelfde bootje. Zij heeft een achtergrond in klassieke percussie. Wij speelden samen in Galaxy, een riot grrrl-bandje. Het derde bandlid, Emma, was een onvervalste riot grrrl. Via haar ontdekte ik onder andere Sleater-Kinney en Bikini Kill. Zij vond mij en Maya, twee klassiek geschoolde meisjes, en droeg mij letterlijk op om gitaar te spelen. Het gebeurde allemaal heel spontaan, zonder discussies over hoe wij uiteindelijk moesten klinken.’
Punt is, muziek maken in een punkbandje, die mentaliteit is compleet het tegenovergestelde van klassieke muziek.
‘Ik schreef mijn eerste echte liedjes ook op de gitaar. Dat bleek erg cruciaal, omdat ik zo’n specifiek idee van pianospelen had ontwikkeld. Het aanleren van klassieke stukken is technisch gezien niet muziek maken. Ik zag het niet als een patroon van noten en akkoorden waar je eindeloos mee kon variëren. Nadat ik gitaar leren spelen, voelde de piano als een compleet nieuw instrument. Het interessante was, toen ik weer luisterde naar mijn oude klassieke stukken kon ik het analyseren door middel van akkoordprogressies. Ik durfde bijvoorbeeld bepaalde akkoorden met mijn linkerhand te spelen – iets waar ik nooit eerder aan dacht! ‘
Heb je een helder beeld van jouw ontwikkeling als muzikante van Galaxy tot aan Austra?
‘Het is een heel lang proces geweest. Galaxy had niet bepaald een sterke aanhang. Als ik tegenwoordig naar onze opnames luister, vind ik het the sickest band ever! Maar toentertijd vonden veel mensen het bagger. Tijdens het schrijven van mijn solowerk had ik nog geen drum & bass ontdekt, dus dat filterde nog niet door naar mijn muziek. Ik was nog steeds erg bezig met de wereld van klassieke muziek. Ik zocht bewust naar de overtreffende trap: muziek met veel distortion en vocale hoogstandjes. Voor de luisteraar was dat weer moeilijk te verteren. Onze muziek is een stuk beter te bekoren tegenwoordig. Ik geloof dat we met Olympia het dichtst bij mainstream succes kunnen komen.’
Je had het eerder over samenwerkingen aangaan. Heb je een deel van je eigen creatieve inbreng bij Olympia dusdanig in moeten leveren?
‘Vroeger schreef ik de muziek voor 95 procent in mijn slaapkamer. Dit keer heb ik dat in zijn geheel gemeden. Ik schreef vooral het skelet, wat basale fragmenten, voordat ik met de band in de studio verder ging. Dat vond ik belangrijk, omdat alles zelf afmaken op je computer als eindresultaat gaat klinken als een ‘computerplaat’. Ditmaal wilde ik de nummers schrijven rondom organische geluiden. Dat veranderde het hele proces.’
Betekent dit ook dat je live wat meer beperkingen oplegt wat betreft het gebruik van moderne technologie?
‘We willen in ieder geval af van de backing track. Toen we net begonnen met Feeling It Break waren wij erg afhankelijk van backing tracks. Dorian (Wolf, bassist) volgt overigens Ableton-lessen. Dat gaat voornamelijk over de manieren waarop technologie je liveshows aanvult in plaats van vice versa. We willen de nummers natuurlijkerwijs spelen en de elektronische elementen op de juiste momenten inzetten.’
“You Changed My Life” heeft voor Austra’s doen erg veel live-energie. Een stille pianoballad die uitmondt tot puur ritme.
‘Ik was aan het experimenteren met een klavecimbel toen het nummer ontstond. Het begin moest zodanig intiem zijn dat je je er ongemakkelijk bij voelt. Dat gedeelte is nauwelijks bewerkt, bijna alsof er iemand direct in je oor fluistert. Het leek me interessant om er een aparte draai aan te geven’
Qua songtekst laat Olympia minder aan de verbeelding over, heb ik het gevoel.
‘Klopt! Op deze plaat is er grotere nadruk gelegd op songteksten. Voorheen waren songteksten niet zo belangrijk voor mij. Ik had het gevoel dat ze niet nodig waren om mezelf te kunnen uiten. Om een of andere reden is dit compleet veranderd. Ik voel me nog steeds niet helemaal op mijn gemak bij het schrijven van teksten. Ik deed het bij Olympia in samenwerking met een van onze achtergrondzangeressen, Sari Lightman. Zij schreef een groot deel van de teksten en hielp mij bij het uitwerken van mijn ideeën zodat ze voor de luisteraar begrijpelijk werden.’
Feeling It Break is een verzameling van liedjes gespreid over een langere periode. Dat maakt het denk ik lastiger de eindjes aan elkaar te knopen, tekstueel gezien. Of je kunt simpelweg wartaal zingen, net als Elizabeth Fraser van Cocteau Twins.
‘Dat heb ik ook eens gedaan. Op mijn vroegere soloplaten zong ik dus in wartaal. Ik had destijds nog nooit van Liz Fraser gehoord.’
Even iets anders. Ik ben sinds kort gefascineerd door de demografie van muziek in Canada. Onlangs vertelde Ben Shemie van Suuns dat Toronto het middelpunt van de Canadese muziekindustrie is. Is de alternatieve muziekscene daar groter dan bijvoorbeeld Montréal?
‘Geen idee, ik vind Montréal een hele fijne stad. Het epicentrum van de muziek zit absoluut in Toronto, maar de Canadese muziekindustrie is relatief klein. Ik denk dat als je wereldwijd door wilt breken, het weinig uitmaakt waar precies je in Canada woont. ‘
Om dat te bewerkstelligen komt er meestal een groter Amerikaans label bij kijken.
‘Zo werkt het ongeveer wel ja! Het grootste label is waarschijnlijk Arts & Crafts, beheerd door Kevin Drew van Broken Social Scene. Dat is verantwoordelijk voor Feist en dat soort artiesten. Maar zelfs hun grootste bands hebben een contract bij een major label.’
Is dit een traject dat Austra uiteindelijk ook wil belopen? Je had het net nog over de mainstream appeal van Olympia.
‘Austra zit op een indielabel uit Toronto genaamd Paper Bag. Wij vinden het heel belangrijk om dichtbij onze Canadese roots te blijven. We distribueren zelf en werken met zowel een Canadees label en een internationaal label.’
Het is toch een beetje de zeitgeist dat bands vooral voor zichzelf exposure creëren.
‘Precies. Door die aanpak lang vol te houden, leer je vanzelf hoe je evenwichtige beslissingen neemt.’
Zou jij in dit stadium van de band bij een major tekenen?
‘In dit stadium zou ik weigeren, omdat ik weet dat Austra gewoon geen major label-band is. Ik heb veel indiebandjes meegemaakt die tekenen bij een major en vervolgens in de vergetelheid raken. We zijn geen Lady Gaga. Maar er zijn daarnaast bands wier carrière al volop in de bloei is en inmiddels een grote, hechte fanbase geworven hebben. Tekenen bij een major zou potentieel voordelig voor hen uitpakken. Maar Austra zal in deze situatie vergeten worden.’
Toch verkoopt Austra hier in Nederland met minimale exposure kleine clubzalen uit. Voelt Austra zich door dit succes gedwongen een soort vaandeldrager te zijn voor andere Canadese bands?
‘Wellicht. De bands in Canada verschillen heel erg van elkaar. Naast ons heb je Owen Pallett en Fucked Up. Je hebt Crystal Castles, Feist en Broken Social Scene. Sinds kort is Montréal is weer in opmars met Grimes en Arcade Fire. Het loopt erg uiteen, er is niet één bepaalde stroming die domineert. Sommige steden hebben een specifieke, beruchte sound, zoals bijvoorbeeld Seattle in de jaren negentig. Zelfs Londen heeft fases waar een specifieke sound de boventoon voert. Een band als The xx is daar nu bijvoorbeeld heel invloedrijk.’
Austra heeft met zowel Grimes als The xx getoerd en daarnaast ook The Gossip. Heeft dat een nieuwe creatieve impuls teweeggebracht?
‘Ik heb van al die bands wat opgepikt inderdaad. Vooral Beth Ditto’s uitstraling op het podium heeft veel indruk op mij achtergelaten. Ze heeft zóveel energie, zóveel charisma…en dat elke nacht wéér! Ik was al fan van The Gossip toen ze nog een DIY-punkbandje waren. In Toronto speelden ze bij oude skatewinkeltjes en hangplekken. Beth was toen al gestoord: ze liep naakt rond, zong loepzuiver, sprong het publiek in…en ze doet dat soort dingen nog steeds! In Berlijn speelde we voor 10.000 man: ze sprong naakt het publiek in en begon vervolgens We Are The Champions te zingen…en iedereen zong luidkeels mee! (lacht) The xx was weer op een hele nieuwe manier inspirerend: hun kracht ligt meer in de onderkoeling, de nuances – wat zij doen is evenzeer doeltreffend! Ik was al groot fan, maar na die toer raakte ik geobsedeerd door hun muziek.’
Ik las dat je onlangs met Jamie XX achter de draaitafels stond. Is dj’en een opkomende belangstelling voor jou?
‘Jamie en ik hebben er regelmatig over gepraat. Hij kwam een keer langs tijdens een van onze dj-gigs in New York. Ik was supernerveus, omdat hij de hele tijd naast me stond in de dj-booth. Hij zei dat hij mijn set goed vond en dat hij vaker samen wilde draaien. Dat gaf mij enorm veel zelfvertrouwen, omdat ik totaal niet uit een dj-scene of cultuur kom! Maar Jamie vond dat blijkbaar helemaal niet belangrijk.’
Denk je dat je vaardigheid als dj in de toekomst van toepassing kan zijn voor Austra, In de vorm van remixes bijvoorbeeld?
‘Dat lijkt me vooral logisch. Het is zeker iets wat we willen verkennen, omdat Maya ook dj is en daarnaast veel meer denkt als een producer dan ik. Ze heeft onlangs haar eigen plaat uitgebracht als Princess Century, Lossless. Voor onze komende toer gaan we samen in ieder geval de oudere nummers bewerken, zodat deze beter aansluiten op het nieuwe materiaal. Maar ons eigen materiaal te remixen, daar heb ik uiteraard vaak aan gedacht!’
Olympia komt 17 juni uit op V2/Paper Bag. Austra is op 18 juli te bewonderen op het Valkhof Festival in Nijmegen. Ook is de band onlangs bevestigd voor Lowlands.
4 reacties