Leonard Cohen. Pas dit jaar hoorde ik een liedje van de bard dat me beviel. In Atom Egoyans fascinerende film Exotica danst een stripdanseres op de klanken van “Everybody Knows”. De broeierigheid van de brombeer past er perfect bij. Buiten die context moet ik echter niet veel van Cohen hebben, en dat werkt in het nadeel van Felix van Cleeff. Hij is een ouderwetse troubadour, die zijn gitaarspel én zijn stem volledig op zijn Canadese voorbeeld heeft afgestemd. Zelf de geslaagde teksten zijn even cynisch. “Lord Lord Lord” beschrijft de weg van medemens naar de Heer. (‘I said lord, you’ve got blood your hands, should I wash mine.’) Van Cleeff vliegt er vocaal als Lucky Fonz III uit de bocht, wat het liedje nagenoeg om zeep helpt. De etherische backing vocals zijn gelukkig wél erg fraai. Het niveau stijgt in “Before The Tide” een pianoballade met grandeur. Daar zit Van Cleeff zelf achter piano, maar Duffhuës helpt ‘m op hetzelfde instrument een handje in “Slow Down”. Het leukste liedje van de ep heet “Hells Angels” en is als enige op alle fronten écht geslaagd. De akoestische gitaar doet van “So Long Marianne”, en de tekst is opnieuw sterk. ‘I saw you as a friend, but you took me as a lover, I never felt so raped, it took me years recover.’ De songtitel vormt de punchline van het hele verhaal.
mij=Eigen beheer
4 reacties