Alsof hij nog steeds iets in te halen heeft. Gedebuteerd rond z’n vijftigste met Wrong Side of Memhis, een plaat vol rauwe en rudimentaire rock- en bluessongs. Johnny Dowd, inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd, zit nog steeds op een ritme van ongeveer een album per jaar. Van sober ingespeelde platen waarop vooral zijn gitaar en knauwende, krakende zang de hoofdrol spelen, via albums waarop hij een zuiver zingende dame als counterpartner in dienst heeft, is hij nu aanbeland bij een fase waarin het om vrijheid gaat. Als een Captain Beefheart-met-powertrio laat hij zich gaan. Opener “Gargon Gets All Biblical” klokt op bijna acht minuten en is een uit z’n verband gerukte talking blues. In “Gargon’s Disco Balls” klinkt disco uit de hel en het trio – Johnny Dowd, zijn vaste drummer Willie B en toetsenist Mike Stark – kan helemaal los in het daaropvolgende “Pussywhipped”. Gargon is de rode draad: fragmenten uit het levensverhaal van een figuur die samenvalt met de demonen in Johnny Dowd’s hoofd. Dowd heeft ze nog lang niet allemaal verjaagd en ook volgend jaar zal hij ze ongetwijfeld op een nieuwe plaat weer te lijf gaan. Die vocoder mag hij dan overigens thuislaten, de beheerste gekte weer meenemen.
mij=Mother Jinx Records / Cadiz
4 reacties