We kunnen niet genoeg benadrukken hoe veelzijdig, uitdagend en omvangrijk de programmering van Incubate is. Er staan deze week 288 bands ergens te spelen in Tilburg. Dat houdt in dat er keuzes gemaakt moeten worden en dat er veel goede bands gemist worden. Gelukkig worden er ook een hoop goede bands wel gezien. Alleen op deze dinsdag al een stuk of zeven.
De opener van de dinsdag is de Japanse Makiko Goto. Zij bespeelt de koto, een groot houten instrument met op zijn minst dertien snaren. Het instrument wordt gestemd door blokjes onder de snaren te plaatsen. De koto is het nationale instrument van Japan en Goto speelt Japanse volksmuziek. Het optreden vindt plaats in het Duvelshok, een oude fabriekshal, en het podium, voor zover daar sprake van is, wordt slechts verlicht door één lamp. Vooral de instrumentale nummers zijn erg goed en mede door de bijzondere locatie (en het getik van de regen op het dak) lijkt er magie te ontstaan in het Duvelshok. De magie die helaas verloren ging toen Goto vroeg of de lampen aankonden, want door de invallende duisternis werd het zicht minder. Desalniettemin was het een bijzonder optreden.
mij=Door: Gr.R.
Het contrast met Phèdre kon haast niet groter zijn. Phèdre, uit Toronto, is een zijproject van Hooded Fang dat later nog op het programma staat. Ze staan met zijn drieën op het kleine podium van Extase, voorgedreven door lekkere cheesy beats uit de computer. Een lo-fi versie van Grimes, zou je haast kunnen zeggen. Muzikaal is het wel in orde met Phèdre, maar op de show is nog wel het een en ander aan te merken. Er staan twee, gemaskerde, mannen en een vrouw raar te doen op het podium. De samenzang is oké maar door het gebrek aan ruimte op het podium, door het publiek (dat ook even moet wennen aan de band) en door het onsamenhangende optreden zelf komt het totaal niet uit de verf. En dat is jammer, want zoals gezegd, muzikaal is het best goed. Extase loopt dan gedurende het optreden in een rap tempo leeg.
Maar wellicht wilde dat publiek gewoon Dead Meadow graag zien. Dat kan ook. Want de kleine zaal van 013 staat ramvol bij deze psychedelische rockers uit Washington D.C. Stoner blijft het goed doen, dit jaar op Incubate. In alle jaren eigenlijk wel. Dead Meadow brengt de power in powertrio weer terug op het podium. Drie is sowieso een magisch nummer op deze Incubate dit jaar, want de trio’s zijn in de overtal. Dead Meadow kan riffen, met de hoofdletter R. Ze blijven echter met hun psychedelische stonerrock wel veilig op de gebaande paden, zoals die er sinds Black Sabbath al liggen. Het gebodene is echter wel van een dermate hoge kwaliteit, dat we dat al snel door de vingers zien. De puike pornosnor van zanger/gitarist Jason Simon is een extra bonus.
Het Haarlemse Raaf is maar met zijn tweeën. Maar de beide heren spelen gitaar. Ook hier komt de basis weer uit een doosje, maar in het geval van Raaf zie ik dat al snel door de vingers. De indienoise van Raaf is gedrenkt in de new wave van de begin van de jaren tachtig, en behalve de muziek, levert Raaf ook de beelden. Want Raaf speelt voor geprojecteerde eindeloze landschappen. Een goede toevoeging. Het gemis van een levende ritmesectie wordt verholpen door een elektronische basis die behoorlijk inventief is en door een van de gitaristen bespeeld wordt, tijdens de nummers. Het levert een uiterst aangenaam optreden op, in ieder geval.
Er zijn weinig bands zo consistent als The Wedding Present. Sinds de oprichting in 1985 levert de band een stroom aan nummers af, die maar niet slecht wil worden. De enige constante factor in de band is zanger/gitarist David Gedge, maar die wisselende samenstelling maakt niet uit. Gedge blijft maar goede nummers afleveren. Dit optreden op Incubate van deze Engelse indiegiganten staat in het teken van hun Hit Parade-platen. In 1992 bracht The Wedding Present iedere maand een single uit en die zijn uiteindelijk verzameld op een tweetal platen: The Hit Parade 1 en 2. Er komen wel verzoekjes uit het publiek, maar Gedge gaat stoïcijns door met het spelen van de singles van The Hit Parade. En dat is in het geheel niet vervelend. Je zou de band alleen een groter podium gunnen dan het kleine podiumpje in Extase.
Maar de podia kunnen altijd nog kleiner. Zoals het podium van Cul de Sac, waar The Future’s Dust, uit Leeuwarden speelt. Dat podium is zo klein, dat de tweede gitarist, naast het podium in het donker moet spelen. The Future’s Dust heeft nog slechts één EP uit, de tweede zal een dezer dagen op de markt verschijnen, maar dat hoor je er niet vanaf. In de dromerige indierock horen we een hoop Friesland terug. Ze nemen de tijd voor hun nummers, want waarom zou je alles afraffelen. Het past wonderwel na een optreden van The Wedding Present en misschien was het wel de grootste verrassing van de avond. Puike band!
En omdat The Future’s Dust wat eerder klaar was dan gepland, konden wen nog een staartje And So I Watch You From Afar meepakken. File Under-favorieten en daarom al vaker langsgekomen op deze plek, maar nu we er toch weer zijn laten we ons samen met een ramvolle kleine zaal in 013 meevoeren met deze post-mathrockband. Het enthousiasme op het podium is net zo groot als ervoor en ze blijven maar roepen hoe blij ze zijn dat ze op Incubate spelen. Ach, wij zijn er ook blij mee. Erg blij zelfs.
4 reacties