Met het continuüm zit het bij de Londense Amerikaanse Karen Gwyer wel goed. Haar plaat staat vol repetitieve ambient-tracks, die tezamen één geheel vormen, zoals het hoort in het genre. Zelf noemt ze het bath house, wat buiten het leuke woordgrapje ook de beats verklaart. Ja, men vindt hier een zekere groove, maar die is toch echt heel minimaal en slaperig. Opener “Sugar Tots” is een van de massievere nummers, met een paar intimiderende dissonanten. Het album wordt daarna echter al snel aangenamer. Gwyer zingt heel zachtjes door de liedjes heen. Bijna altijd onverstaanbaar, maar immer verleidelijk en etherisch. Je zou haar om die reden de zus van Eluvium kunnen noemen. Na het vrolijke en gepast komisch getitelde “Some Of My Favourite Lotions” neemt Gwyer gedurende de tweede helft de afslag richting synthesizer-nostalgie. “Trapedoizal Weekly” en het serene hoogtepunt “Waukon” brengen de seventies van Brian Eno en Tangerine Dream naar het nu. Het is de ononderbroken lijn van tot klank geworden geometrische vormen, die ons eerder ook al Emeralds opleverde. Zeker niet wereldschokkend, wel aangenaam intiem.
mij=No Pain In Pop
4 reacties