Blackfield – IV

Blackfield - IVHet is zo ongeveer blasfemie in progland, maar van Steven Wilsons muziek word ik eerlijk gezegd niet warm of koud. (Ja, raast u maar even uit, mag best.) Porcupine Tree, zijn solowerk, het is reuzeknap gemusiceerd allemaal, maar het is zo braaf, zo tot op de millimeter uitgedacht. Nou ja, braaf is misschien niet helemaal de goede omschrijving. Ik krijg altijd het idee dat achteraf alle uitbundigheid er nog zorgvuldig uit verwijderd wordt, dat is het meer. Ook Welcome To My DNA, het vorige album van Blackfield, het project van Steven Wilson en Aviv Geffen, is nooit geland bij mij. Misschien is het voor mij een mazzeltje dat Wilson zich steeds meer terugtrekt bij dit project? Aviv Geffen heeft deze ronde alle songs geschreven, er zijn gastmuzikanten (Suede’s Brett Anderson, Anathema’s Vincent Cavanagh en Mercury Revs Jonathan Donahue), Wilson heeft zich ondergeschikt maakt aan Geffens wensen en heeft zich vooral met de mix bemoeid. Daar is ‘ie ook wel goed in, dat geef ik toe. Qua sfeer is ook IV akelig binnen de lijntjes gebleven, maar het zijn vooral de composities die enorm in kwaliteit verschillen. “Springtime” en “Sense Of Insanity” (die harmonieën!) zijn prachtig, maar “X-Ray” (met Cavanagh) en vooral “Jupiter” zijn draken van nummers. “Jupiter” is een door Wilson gezongen popballad die zo bij Met Het Oog Op Morgen gedraaid kan worden. Een Beatlesque track met strijkers uit een doosje en een refrein met kamerbrede koortjes. Het Electric Light Orchestra, maar dan uit de inspiratieloze jaren. Soms is op IV een proggy aankleding voldoende om een song toch nog de moeite waard te maken, maar op elk hoogtepunt volgt op dit album een dieptepunt. Vooral dat maakt IV een uiterst vermoeiend album om naar te luisteren.


mij=KScope

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven