Aan het eind van het jaar is het weer markt- en platenbeurstijd. Graaien in de 1-euro-bakken is als een grabbelton waar je net dat éne beeldje kunt uitvissen waar je al jaren naar op zoek was. Ontzettend leuk dus! Maar ja, er zijn zoveel bands… En je komt in zulke bakken toch vooral major-label-albums tegen. Goeie kans dat je op die manier voor een klein budget toch een aardige verzameling van de bekendere bands opbouwt. Ik wel, in elk geval. Ook het Engelse The Feeling kom ik in die bakken regelmatig tegen, omdat de band in Nederland minder populair werd dan in de ons omringende landen. Hoewel ze de laatste tijd wat mindere platen gemaakt hebben en je natuurlijk geen boze rockgitaren van Dan Gillespie Sells (categorie Mika maar aaibaarder) hoeft te verwachten, is elk The Feeling-album zijn geld dubbel en dwars waard. Met hun recentste, vierde plaat Boy Cried Wolf bewijst The Feeling zelfs een return-to-form te kunnen maken: niet alleen “Blue Murder” (die brug!) en single “Rescue” (dat refrein!) zijn lekkere oorwurmen, het lieve “You’ll See” mag er zijn (niet té vaak horen natuurlijk) en hoogtepunt “I Just Do” is zo’n heerlijk schmierende guilty-pleasure-ballad die godbetert Marco Borsato van mij had mogen opnemen. Waar iedereen dan natuurlijk wel over gezeken had dat het in het Engels zoveel mooier is. Maar nu vraagt u zich als kritische lezer zich natuurlijk af waarom ik Keane op deze site de grond in schrijf en tegelijk zulke vurige pleidooien voor The Feeling durf af te steken. Het antwoord zit hem in muzikaal vakmanschap. Net zoals de geweldige powerpop van Ben Folds Five, The Tunes, The Ark of Fastball nooit is doorgebroken, maakt The Feeling popmuziek die tegelijkertijd braaf is en toch telkens kleine dramatische wendingen bevat. Je kunt elk nummer afbreken tot een klein pianoliedje dat nog stééds raakt. Boy Cried Wolf is weer bijna even goed als Twelve Stops And Home uit 2006, en er schijnt zelfs een 2CD-editie te zijn.
mij=BMG
4 reacties