Af en toe kijk ik wel eens op de website Metacritic, waarop de beoordelingscijfers van diverse Amerikaanse websites worden verzameld om op een gemiddelde van een album uit te komen. The Ballad Of Boogie Christ (Acts 1 & 2) van de uit Brooklyn afkomstige Joseph Arthur scoort een 7,4. Niet slecht, maar het verbaast me dat deze release niet hoger scoort. Eigenlijk heeft deze release van Arthur een aantal zaken tegen. Allereerst is het een zogeheten conceptalbum en ten tweede is het ook nog eens een heuse dubbelaar. Maar wat is het een heerlijk album geworden ondanks deze twee negatieve punten. Arthurs tiende album – de eerste negen zijn vreemd genoeg totaal langs mij heen gegaan – werd gefinancierd door zijn fans. Des te opmerkelijker, omdat hij toch gastmuzikanten heeft die luisteren naar namen als Joan Wasser, Jim Keltner, Ben Harper en Garth Hudson. Om het werk van Arthur in een hokje te plaatsen is niet evident. Ik bedoel maar: in welk hokje plaats je Lou Reed, Lenny Kravitz, Paul Weller en Elvis Costello? En dan nog dekt het de lading niet. The Ballad Of Boogie Christ is een intrigerend werk dat op Act 1 wat ingetogener is, en op Act 2 wat uitbundiger is. Het is wel een album dat geen hapklare brok is, maar dat is in dit geval een goed teken. Als ik een cijfer zou moeten geven, dan zou het toch wel hoger zijn dan een 8. En hiermee wordt het dringen voor een plek in mijn jaarlijst 2013.
mij=Real World
Opvallend hoe onbekend Joseph Arthur is. Zijn “In The Sun” – een prachtig nummer overigens – is zelfs gecoverd door Coldplay en R.E.M.’s Michael Stipe samen. Maar Arthur zelf krijgt Paradiso’s bovenzaal niet eens vol.