Een paar jaar geleden zag ik opeens uit het niets Echo & The Bunnymen weer eens. Die rare Ian McCulloch kon 25 jaar na dato toch best aardig toon houden. Dat was weleens anders. Maar je vergaf het de man omdat hij prachtige melodramatische en pompeuze melodieën maakte. The Airborne Toxic Event heeft met deze derde schijf de juiste toon doorgezet. Soms gooit de band er net teveel schepjes suiker bovenop. Dan is Such Hot Blood een mierzoete romantische Johan Nijenhuis-achtige productie die echte liefhebbers doet afhaken. Dan hoor je het weemoedige geklaag van een McCulloch ook helemaal niet terug. Zonde. Het juk van Thatcher in de jaren tachtig begrijpen Amerikanen nog steeds niet. Het gezelschap uit Los Feliz, Californië is technisch hoogstaand bezig. De bombast en het orkestrale heeft de band maar al te goed in de vingers. Qua dynamiek heeft de band ook zijn sporen nagelaten. Maar, of The Airborne Toxic Event ooit zal begrijpen wat werkelijk hartzeer is dat je in een song kunt verwerken, dat waag ik te betwijfelen. Je vraagt om Echo & The Bunnymen te duiden. Je vraagt dan om een analyse waarom “Love Will Tear Us Apart” van Joy Division zo’n verdomd goede song is en je vraagt welke bijdragen Charlie Burchill nu heeft geleverd bij The Simple Minds? Versta me goed, de band weet hoe het klassieke meezingers en gedragen ‘anthems’ moet schrijven. De vraag is alleen waarom de band dat ooit heeft moeten willen. Vast niet om het hoofd te bieden aan zowel Mumford & Sons als The Killers.
mij=Membran
4 reacties