Freejazz op single? Althans, het zijn maar twee songs, dus dat noem ik voor het gemak maar een single. Het kan goed zijn dat Tarana daarover dus compleet anders denkt. Tarana bestaat uit Ravish Momin en Rick Parker. Momin pielt wat met drums en elektronica, Parker toetert een moppie. In de jaren tachtig experimenteerde men zich suf. Drumcomputers en samplers waren het speelgoed voor muzikanten. In het geval van Afrika Bambaataa leverde dat soms aardige producties op. Je zag dat doorgesnoven jazzcats jaloers keken naar ferme ontwikkelingen die zij na de fusion niet meer hadden meegemaakt. En dus hoorde je Miles Davis een end weg blazen op biets en blieps in een van de songs op het Sun City-album van Artists United Against Apartheid. In een wat gestructureerdere vorm zou je kunnen bedenken dat een Kyteman de hiphop en de jazz dichter bij elkaar bracht waardoor iedereen in staat was om de moeilijkheidsgraad van jazz te doorgronden. Tarana haalt de vaart eruit en plakt sferische trombonetonen aan ambient en minimal music. Al dan niet ondersteund door wat flarden vrouwelijke vocalen. Zoals gezegd, de vaart is er dan allang uit. Jammer, het duo probeert verwoed terug te komen en de luisteraar te herpakken, maar dat slaagt maar half. Zeker als de synthesizers hun klinische opwachting maken, komen de jazz-instrumenten er maar bekaaid vanaf.
mij=Plasmatorus
4 reacties