Stel je een ruimte voor vol dwarrelend stof. Eerst merk je alleen de korrelige grijze massa op, maar dan verschijnt het silhouet van een man op een stoel. Al bewegend dirigeert hij de luchtstromen. Langzaamaan worden de contouren scherper en zie je dat de man een basgitaar in handen heeft. Met elke flageolet die klinkt wordt het instrument concreter, totdat de eerste echte diepe bastoon door de kamer trilt en het beeld uitgekristalliseerd is. Zo zou een videoclip bij Travels eruit kunnen zien. Theo Tol – hij is in zijn eentje Crows Labyrinth – heeft al improviserend op slechts één instrument een boeiende dark ambient-plaat gemaakt. Het begint (dankzij vele effectpedalen) als een kluwen van drones en het eindigt als Jaco Pastorius. Ik chargeer enigszins, maar het is juist deze grote lijn die Tols soundcape-experiment tot een aantrekkelijk avontuur maakt. De abstracte wolken uit de beginfase worden met terugwerkende kracht aantrekkelijk. Het ontstaan van een instrument uit de oersoep. Wanneer de flageoletten van “Influx” zijn weggestorven tinkelen in slottrack “Heliograph” omgekeerde melodieën, de terugreis richting niets wordt bijzonder melodieus ingezet.
mij=Eigen beheer
4 reacties