Het zijn de laatste twee dagen van het Valkhof Festival in Nijmegen, onderdeel van de Vierdaagsefeesten die worden gehouden rondom de Vierdaagse wandeltocht. Het zijn ook de laatste twee dagen voor de wandelaars, die te maken krijgen met twee extra warme dagen. Inmiddels wordt het Valkhofpark ook wat stoffiger, terwijl vooral het afschuwelijke nieuws in de wereld stof doet opwaaien in deze laatste twee dagen. Het bezoeken van een festival geeft me dan toch een dubbel gevoel. Uit respect en eerbetoon voor de slachtoffers van de vliegtuigramp is de intocht van de wandelaars sober gehouden, zonder feestmuziek. Op vrijdagavond wordt er in de hele stad om 20:00 uur een minuut stilte gehouden. Zo ook in het Valkhofpark, waarbij iedereen in het park daadwerkelijk zijn mond weet te houden en zowel letterlijk als figuurlijk stilstaat bij de gebeurtenis. Respectvol en indrukwekkend. Als daarna het lied “You’ll Never Walk Alone” uit de boxen klinkt krijg ik een brok in mijn keel, waarna presentator Wim Koens ook wat onwennig te kennen geeft dat het programma toch gewoon doorgaat. Daarna volgt een mooi en ingetogen optreden van Daniel Norgren.
mij=Door: tBeest
Muziek verbroedert, denk ik wel eens gedurende deze twee dagen in het Valkhofpark. De gezamenlijke liefde voor muziek. Dat je gelukkig mag zijn dat je het überhaupt kan en mag meemaken. Dat niet iedereen in de wereld dit soort feesten kan vieren, door welke reden dan ook. In die hoedanigheid beleef ik het festival de laatste twee avonden bewuster dan anders. En om dat eens een keer goed te beseffen, daar is volgens mij niks mis mee.
Donderdag
De donderdag van het festival was naar mijn inschatting niet de beste avond en de bezoekers van het Valkhofpark werden dan ook af en toe op de proef gesteld. Aan het begin van de avond staat Bells of Youth in elk geval als een vlotte en ongecompliceerde opener op het Boog-podium. Het is hier wel eens minder druk geweest rond dit tijdstip, maar traditiegetrouw zijn de donderdag en de vrijdag van de Vierdaagsefeesten goed bezocht. De band bestaat uit vijf vriendinnen die elkaar kennen van de Rockacademie in Tilburg. In maart van dit jaar verscheen debuutalbum Boy, met frisse pop/rock en harmonieuze samenzang. Die samenzang doet me soms wat denken aan Katzenjammer, dat zijn ook van die muzikale dames die afwisselend hun eigen partijen zingen of juist met z’n allen. Een van hen laat een wat meer rockende schuurstem horen, die wel wat weg heeft van Alannah Myles. De muziek lijkt ook wel wat uit die tijd te komen, zeker als er eens een cover wordt gespeeld van Fleetwood Mac (“The Chain”). Behalve wat fijne sporadische uithalen op de elektrische gitaar, blijft het allemaal netjes binnen de lijntjes. Goed in het gehoor liggende poprock dus, met zeker hitgevoeligheid, maar ook wat veilig. Daarnaast was de uitvoering bij momenten niet helemaal evenwichtig, maar dat komt vast goed bij het maken van meer meters.
Zo toegankelijk als Bells of Youth is, zo veel moeite heeft TEEN om het publiek geboeid te houden. Ook dit is een all-female band uit Brooklyn, bestaande uit de drie zusjes Lieberson, aangevuld door Jane Herships op bas. Zangeres/gitariste/toetseniste Kristina “Teeny” Lieberson zat vroeger in Here We Go Magic, heeft haar haar geblondeerd, en heeft vandaag een niet erg flatterende jumpsuite aan, terwijl Herships een lange zwart/witte jurk draagt. De band is zo een hele andere verschijning dan op Motel Mozaïque vorig jaar. Ook hier worden koortjes gevormd, naast de prima leadzang van Kristina Lieberson. De psychedelische gitaren worden grotendeels weggelaten in deze set en wat overblijft is een herhalend mengseltje electronica waar moeilijk een lijn in valt te ontdekken. Richtingloos mijmert het een beetje verder, terwijl het alleen maar leger wordt voor het podium. Het is nog warm in het park, de muziek is zwoel, maar het vuur ontbreekt simpelweg. Pas tegen het einde van de set, als weinig mensen nog echt geïnteresseerd staan te luisteren, komt er wat meer schwung in het geheel, aangewakkerd door een wat meer dwingende bas. Nee, de bliepjes en de spacy sound geven het nog wel een fijn en licht dromerig geheel, maar de eenzijdige drums en tegendraadse zanglijnen tillen het niet naar een gedenkwaardig niveau. Voor specifieke liefhebbers dus, die vanavond nauwelijks in het park te vinden waren.
Mdou Moctar, afkomstig uit de woestijn nabij Agadez, Niger, is voor het eerst in Europa. Hij is een vernieuwer van de touaregblues waarbij de traditionele woestijnmuziek iets meer opschuift naar de traditionele Westerse rock. Ooit begonnen op zelfgemaakte instrumenten heeft hij het vak geleerd, maar hij staat hier vandaag gewoon met een blitse electrische gitaar. Het drietal heeft nog wel gewoon de traditionele witte kledij aan, inclusief tulband bij de tweede gitarist en drummer. Opvallend feitje is dat hij net zoals andere muzikanten in de woestijn, zijn muziek verspreidde via zijn mobiele telefoon. Een soort opnamestudio en een manier om zijn muziek makkelijk te delen. De muziek, in de lijn van Tinariwen en Terakaft, is prikkelend en licht opzwepend en het publiek voor het podium waagt een dansje. En ach, ik vind het ook wel aardig, maar ik zou er geen kaartje voor kopen, zeg ik dan meestal. Een smaakkwestie.
Even heel wat anders met Johanna Klaassen die tegelijk in de Tuin staat te spelen, waar ze met twee begeleiders haar kleine luisterliedjes presenteert. Tussen de nummers door praat ze de nummers als een volleerd verhalenvertelster aan elkaar. Vaak gaat het over de liefde en romantische ontmoetingen of ontboezemingen. Ze begeleidt zichzelf daarbij op de piano of saxofoon. Het 3voor12-podium heeft zo elke avond een eigen programma, en dat verdient meer aandacht door het bijvoorbeeld gewoon op te nemen in het blokkenschema (volgens de tamtam deed de VF-organisatie eerder deze week zelfs moeilijk over de 3voor12-vlag die over een tafel gedrapeerd hing; jammer!). En dan zou ik er ook gelijk iets betere geluidsboxen neerzetten, want er zat niet heel veel dynamiek in die kleine dingen. Maar wel een leuke opzet zo in een relaxte omgeving in de ‘Tuin’, waar je naast muziek luisteren ook een bezoekje kon brengen aan platenzaak Waaghals (waar ook merchandise te koop was, en bandleden na afloop van een optreden waren te vinden), of een gemixt drankje kon halen bij de cocktailbar.
Jaakko Eino Kalevi is een bescheiden Finse kerel. Met lang haar, wit t-shirt, korte zwarte broek en een glas rode wijn op de grond staat hij daar koeltjes op het grote Arc-podium. Hij is omringd door synthesizers, electronica en effectapparatuur. En een drummer. Het begint allemaal loom en daar blijft het eigenlijk het hele optreden in hangen. De eighties discosynthpop (met funk en new wave invloeden) nodigt dan ook nauwelijks uit om te bewegen, hoewel het wel voer is voor mensen die graag weg willen dromen. Het is inmiddels een stuk drukker voor het podium dan bij TEEN en er wordt zachtjes gedanst door sommigen, maar het zorgt bij mij voor weinig opwinding, ondanks de leuke effecten op de zang en de (veelal voorgeprogrammeerde) frisse klanken uit de synthesizer. Gaap. Neem “Flexible Heart”, dat is gewoon een draak van een nummer. Ondanks een wat meer uptempo en prima nummer tegen het einde, heeft het optreden verder de uitstraling van een trambestuurder in Helsinki. En… dat is hij dan ook daadwerkelijk in het dagelijkse leven.
Dan is het optreden van het Weense duo van Koenigleopold eigenlijk een stuk leuker, met veel ongein en afwisseling. Het is vooral de nutty professor op rechts (voor de kijkers) aan zijn tafeltje die alle aandacht naar zich toetrekt, met zijn effecten op de microfoon en een lading aan attributen voor zich om het volk mee te vermaken, inclusief saxofoon. Op links de drummer, die tegelijk ook wat electronica bedient om de muziek nog wat meer laagjes mee te geven. De jonge dame in de hoek, die zich bezig lijkt te houden met het videoscherm op de achtergrond (waarop de heren bijvoorbeeld in bikini gekke fratsen aan het uitvoeren zijn), komt in het midden van de set naar voren om eens even een flink stukje te gaan rappen. Het is zoals ze het noemen een performance act van de band, en je zou het ergens in de hoek van avant-garde, disco, funk, hiphop en elektronica kunnen stoppen, maar het laat zich lastig omschrijven. Zo maf en experimenteel als ik het had verwacht is het ook weer niet, er zit nog best wel een lijn in het hele verhaal. Aan de andere kant zijn het de verrassende wendingen die de aandacht vasthouden, naast de puberale humor. Dat er nog een flinke joint wordt opgestoken aan het eind van de set (en het niet eens goed lukt hem goed aan te krijgen) zegt genoeg. Leuk voor de afwisseling vanavond. Voor de verandering voelt dit optreden dan ook niet aan als een lange zit.
Met Thomas Azier haal je een vent in huis met grote gebaren. Mijn hemel, wat een poses maakt hij daar op het podium, en wat een pathetische – en soms wat schelle – zang laat hij daar toch horen. Dat ik ‘m zelfs bij momenten als Chris Martin vind zingen moet aan mij liggen. Maar toch hoor je de adoratie door het publiek, die wel zin heeft in de bombastisch uitgevoerde electronische synthpop. De eighties sound doet onherroepelijk danken aan bands als New Order en (vooral) Depeche Mode, of – meer uit deze tijd – Hurts. Echter, zijn standplaats Berlijn zorgt ook voor een techno-achtige invloed, waardoor zijn muziek niet direct ouderwets aanvoelt. De dikke dreunende beats en pompende bassen, de zalvende synths, het confettikanon, en zijn gladde kuif. Alles lijkt op een wereldster in wording. Zijn hartzeer wordt gedeeld met het publiek en zijn hits worden al aardig meegezongen. Nou kan ik wel weer gaan zeuren dat het wel heel erg gelikt en over de top is allemaal, maar zo’n performance heeft echt wel internationale allure, en zal vast op Lowlands voor een verdere doorbraak zorgen.
Vrijdag
Na die indrukwekkende minuut stilte en het prachtige “You Never Walk Alone” zorgt de Zweed Daniel Norgren voor een knap staaltje overtuiging. Want ik hou eigenlijk helemaal niet zo van dit soort muziek. Het is hele lome relaxte countryblues, maar wel van het warmste soort. Het past dit keer perfect in de zwoele warme vooravond. Soms licht deprimerend, maar tegelijkertijd opbeurend. Norgren zelf, zowel op gitaar als op accordeon vanavond, was vroeger bekend als een ‘one-man-band’, maar heeft vanavond een hele band meegenomen, waaronder een guitig kijkende bassist op cello en twee gitaristen die regelmatig van plek wisselen en ook de slide-gitaar en synths bedienen. Norgren zelf zingt gewoon prima. Hij wordt wel vergeleken met Tom Waits. Zijn band doet gewoon wat de meester zegt, zo is vanavond wel duidelijk. En dat doen ze prima, op een wat simpel gespeeld solootje op de gitaar na. Het laatste nummer “Howling Around My Happy Home” is de gewenste uitsmijter, lekker lang uitgesponnen en mooi uitgebouwd in het instrumentele gedeelte tot een kolkende massa, om weer terug te keren naar die fijne ritmische bas. Niet direct mijn genre dus, maar wel gewoon een fijn optreden.
Stel, je zit op The Love Boat (als je die tv-serie nog kent ben je minstens zou oud als ik), die zich ergens in de Caraïbische wateren bevindt, dan kan ik me zo voorstellen dat je een band als Yan Koy & Color Rumba bij het avondeten tegenkomt. De bassist heeft toch al een kapiteinspet en een zonnebril op. Het is vakantie en dat mag gevierd worden. Twee kerels in Hawaï-shirts zingen hun tropische teksten en doen kekke dansjes voor, die het publiek na kan doen. Maar eigenlijk komt de band uit Congo, en spelen ze rumba & soukous. Het haalt de inspiratie uit de Cubaanse rumba, maar dan met een Afrikaanse saus. Ik verzin het niet zelf. Het is in elk geval vrolijk en verleidt het publiek voor het Boog-podium tot een dansje. Volgende keer trekken we met z’n allen een rieten rokje aan en gaan er lurkend aan een kokosnoot voor het podium hangen.
Alle vrolijkheid op een stokje, ik ga toch eens kijken of er wat te doen is in Valkhofkapel, ook wel Sint-Nicolaaskapel genoemd. Daar zouden onder de noemer ‘Nachtportaal’ drie ambientbands spelen die geprogrammeerd zijn door Extrapool, maar het optreden aldaar wordt uitgesteld met een bordje ‘even geduld’. Even later komt het bericht dat er pas om 22:00 een volgend optreden te zien is. Helaas, geen Slumberland uit België dus. Dan maar weer terug naar de andere podia.
Shaking Godspeed (uut de Achterhoek) is vernieuwd en laat op het hoofdpodium horen hoe dat klinkt. Met Rocco Ostermann als extra gitarist/zanger in de gelederen is de band er in diepgang en variatie op vooruit gegaan, zo lijkt het. Ook Alex van Damme is nieuw als ik dat goed heb, vervanger van bassist/toetsenist Paul Diersen. Het viertal, onder de bevlogen leiding van Wout Kemkens, brengt nog altijd hun vurige psychedelische bluesrock, maar voor mijn gevoel met een extra dimensie. Bijna prog-achtig, zoveel extra lagen en wendingen zitten er tegenwoordig in de sound van Shaking Godspeed, en dat smaakt goed. Het optreden is dan ook een lekker voorproefje van het nieuwe album Welcome Back Wolf, dat in september zal worden gepresenteerd. Een mooie dynamische set, inclusief Captain Beefheart-cover. Shaking Godspeed had ik al een tijdje niet meer gezien, maar ze zijn terug. Met verve. En met extra vernuft.
Daarna is Fumaça Preta gelukkig ook een prettige verrassing. De band komt op in blauwe chirurgenjasjes. Waarom? Geen idee. Maar gek genoeg past het bij de vrolijke band, die verschillende elementen bij elkaar brengt zoals tropicalia, psychedelische muziek, fuzz funk, elektronica en verschillende Afrikaanse, Braziliaanse en Latijns-Amerikaanse ritmes en voodoo grooves. Of noem het pornofunk of lsd garagerock, zoals de aankondiging. Aanstichter van dit geheel en leider van de band is Portugees-Venozolaan Alex Figueira, de man achter Music With Soul Records. Een jamsessie in een studio in Amsterdam van Figueira met Stuart Carter (gitaar, orgel, Moog) en James Porch (bas) mondde uiteindelijk uit in deze band. Vanavond zien we Figueira achter de drums, met daarnaast een Afrikaanse trommelaar, de twee gitaristen en een dame (gek genoeg niet in chirurgenoutfit) op toetsen en zang. De eclectische mix werkt uitstekend en zorgt voor een vrolijke boel voor het podium, met naast tropische of Afrikaanse klanken ook ruimte voor de ronkende gitaar. Zeer smaakvol gedaan en daarmee een nieuw hoogtepuntje van de avond.
Dat kan ik helaas niet zeggen van de Griekse beatmaster en knoppenkoning Larry Gus, die beneden op de Voerweg een bedompt feestje staat te begeleiden. Op Best Kept Secret was hij nog het hoogtepunt van het festival, hier slaat het dood als de schuimkraag van je bier in een vettig glas. We kijken op een klein afstandje, maar er is niet veel van te volgen en het geeft ook geen aanleiding om eens dichter bij het podium te gaan staan. Niemand is daar ook echt uitgebreid aan het dansen. Het meest dodelijk is vooral het volume, op een klein afstandje is gewoon bijna niet te horen wat Larry Gus hier aan het doen is. De geluidslimieten eisen hier hun tol op de Voerweg. Wat misschien een groot afsluitend feest op de Voerweg had kunnen worden, gaat hier als een nachtkaars uit. Wij wachten in elk geval niet langer en lopen weer snel naar boven naar het hoofdpodium.
King Khan & The Shrines – vooraf al een van de favorieten van Peer van de Waaghals – krijgt het daar wel voor elkaar, een fijn afsluitend feestje. De psychedelische soulband speelt uitbundig, met veel koperwerk en een aanstekelijk orgeltje. Ze staan er met een mannetje of negen plus twee danseresjes, goed voor een vol podium, een vol geluid, en spetterende podiumpresentatie. De King himzelf heeft een joekel van een tooi op zijn kop, en met dat soort fratsen verbergt hij een beetje dat hij zelf wat op routine bezig is. Het contrast is groot met de andere bandleden vind ik, die met veel meer energie op het podium staan. In de toegift met pruik, roze cape en ontblote buik is het een leuke verschijning om naar te kijken, maar de uitzinnigheid komt dan meer van bijvoorbeeld de keyboardspeler die zijn grote keyboard in allerlei standen parkeert of zelf actief over het podium rent. Het publiek vindt het prima, zelfs als het oude ‘sit-in’ trucje wordt gebruikt door de koning. Het publiek krijgt gewoon de verwachte feestelijk rockende soulshow als afsluiter.
Toch vind ik het ook een beetje vreemd. Volgens de organisatie van de Vierdaagsefeesten zouden de feesten sober blijven vandaag en stoppen om 24:00. Nu ging de band zelfs door tot circa 0:35. Maar meer dan een feitelijke constatering is dat niet, de afsluitende bands stonden op het Valkhof ook geprogrammeerd voor een uur.
En dan zitten er maar liefst zeven dagen festival op. Ook dit jaar heb ik het weer gehaald. Elke avond op het Valkhof, plus een zondagmiddag. En er dan ook van alles van moeten vinden. Ik verdien ook een soort kruisje. Net zoals alle fijne mensen die ik ben tegengekomen in het park trouwens. Ik zou ook graag een Valkhof Festival-shirt willen hebben, maar dat was dit jaar wederom niet te koop. Jammer. Als mijn persoonlijke hoogtepunten noem ik: Turbowolf, Monomyth, Gruppo Di Pawlowski, Son Lux, Falco Benz, Dans Dans, Heymoonshaker en Shaking Godspeed. Het zijn ook de acts die ik waarschijnlijk zou gaan bekijken mochten ze in de buurt zijn. Ook het vermelden waard zijn de bands die ik op een festival best opnieuw zou willen bezoeken, en dat zijn bands als Nick Mulvey, Blank Realm, The Inspector Cluzo, Navarone, Hallo Venray, San Fermin, Mountain States, Fumaça Preta, en King Khan & The Shrines. Maar goed, gelukkig heeft iedereen zijn of haar mening.
De Vierdaagsefeesten werden in totaal door 1.442.000 mensen bezocht, iets minder dan de 1.498.000 van vorig jaar. Hoeveel daarvan op het Valkhof Festival aanwezig waren weet ik niet, maar het was weer een uitstekende editie, gelukkig vrijwel droog en met wederom een uitstekende selectie aan bands. Wat dat betreft vond ik het deze week een stuk spannender dan wat er voor mijn gevoel op niet nader te noemen festivals is te vinden (*uch* Lowlands) dit jaar, maar we worden dan ook wel verwend met die geweldige programmeur hier op het festival. Daarmee dank ik de organisatie van het festival en alle vrijwilligers voor hun enorme inzet. Het was wederom een enorm succes. Een betere vakantieplek dicht bij huis had ik weer niet kunnen wensen. Tot volgend jaar!
Een deel van het Nachtportaal heb ik wel gezien. Het begon wat later en met Wesley Goatly, die optrad in totaal duister (heel indrukwekkend). Hij kon door kaarsen aan te steken en te verplaatsen geluiden maken en manipuleren. Heel gaaf om dit mee te maken in de Valkhofkapel, die ook mooi vol stond.
Het tweede optreden van Slumberland heb ik helaas gemist. Met pingpongballen, breinaalden en een grote rare installatie schijnen ze heel bijzondere ambient gemaakt te hebben. Volgens veel toeschouwers was dit nog veel beter en bijzonderder dan het vorige. Jammer alleen dat het geluid veel te hard stond; er schijnt zelfs mortelgruis van de muren te zijn gekomen.
Het volume was ook bij Orphan Fairytale te luid. Deze dame had een laptop en wat andere apparatuur staan. Mooi, maar wel iets conventioneler dan de vorige twee acts.