Opmerkelijk: vandaag is The Ghosts of Pripyat uitgekomen, het solo-album van Marillion-gitarist Steve Rothery, en op dit live-album, dat inmiddels een paar weken uit is, staat op het titelnummer na het hele album The Ghosts of Pripyat op de eerste cd. Wie Marillion wel eens live heeft gezien, weet dat Rothery niet de eh… meest dynamische muzikant is. Hij staat geconcentreerd zijn partijen te spelen en van het Grote Boek Der Rockposes heeft hij nooit gehoord. De dynamiek in zijn gitaarpartijen maakt dat helemaal goed, zoals te horen is op dit nieuwe materiaal. Soms herinnert het logischerwijs veel aan zijn werk met Marillion, op andere momenten, zoals in “Kendris”, kiest hij een heel andere benadering. Het zijn zes miniatuurtjes (als daar sprake van kan zijn als een song tien minuten duurt) met elk een eigen sfeer. Zijn hang naar perfectie blijkt ook hier. Hij is vingervlug (bijvoorbeeld in “Old Man And The Sea”), maar vaker kiest hij voor een technisch perfect klinkende, rustige opbouw van zijn gitaarpartijen. Dat er geen zang te horen is stoort geen moment omdat Rothery’s gitaarspel meestal de melodie opbouwt zoals een vocalist dat zou doen – en daar nog van alles omheen toevoegt. Op de tweede cd worden een aantal oudere Marilliontracks uitgevoerd. De zang is ofwel van zangeres Manuela Milanese (zangeres in een Pink Floyd-coverband), ofwel van Alessandro Carmassi uit de Marillion-coverband Neverland. Beiden zingen eerlijk gezegd niet de sterren van de hemel. Tot slot zijn er goede twee tracks te horen van het RanestRane-album A Space Odyssey – Part One – Monolith. Rothery speelde mee op dit album en RanestRane-toetsenist Riccardo Romano is inmiddels lid van de Steve Rotheryband, vandaar. De tweede cd is echter wat onevenwichtig en haalt het daarom niet bij de eerste. Maar die eerste was ook de cd waarom het ging, toch?
mij=InsideOut