Laat ik voor degene die erbij waren tijdens Crossing Border, toen Amy LaVere abusievelijk dacht dat ze in het land der schnitzels was, even iets rechtzetten: dat was niet te wijten aan vermeend diva-gedrag. Inmiddels heb ik namelijk dankzij een aantal fraaie, bescheiden optredens van de uit Memphis afkomstige zangeres met haar onafscheidelijke contrabas kunnen concluderen dat het hier een eenmalige faux-pas betrof. Mocht je nog steeds niet zijn overtuigt zijn van haar onschuld dan raad ik ten zeerste aan om haar waanzinnig mooie, nieuwe country-folk meesterwerkje Runaway’s Diary te beluisteren. Als basis nam ze haar eigen ervaringen die ze opdeed toen ze in haar jeugd van huis wegliep. Weg van vervelende oudere zussen (“Big Sister”) en jongens die niet willen dansen (“Last Rock-‘n-Roll Boy To Dance”). De bloedmooie opener “Rabbit” is gebaseerd op de wegloop-ervaringen van zielsverwante muzikant Seasick Steve en er passeren een aantal slim uitgekozen covers de revue (o.a. van John Lennon), die ze moeiteloos naar zich toetrekt. Ook tekstueel sluiten die naadloos aan bij de rest van de nummers waardoor Runaway’s Diary zich laat beluistern als ware het een soundtrack zonder film, met een bitterzoet einde: ‘I’ll be home soon. Where’s the trumpet? Where’s the crowd? Where’s the ticker tape parade?’
mij=Archer