Het beeld van de tandeloze blueszanger die na een leven van katoenplukken, verloren liefdes, drankmisbruik en onoplosbare armoede de ene na de andere prachtige klaagzang op zijn veranda zingt, is één van de grootste clichés uit de popgeschiedenis. Malcolm Holcombe – blank, eind vijftig, missende tanden en een stem die laat horen dat hij drank en drugs niet heeft laten staan – doet zijn best om dit clichébeeld op te roepen. Hij debuteerde pas twintig jaar geleden. In die twintig jaar – en ongetwijfeld ook in de jaren daarvoor – zat het hem niet altijd mee. Natuurlijk, de drank en drugs waren zijn eigen schuld, zou je kunnen zeggen. Dat hij in in 1996 plots door Geffen een platendeal onder zijn neus gedrukt kreeg was fantastisch. Typerend was dan weer dat dit album nooit uitgebracht werd. Op zichzelf teruggeworpen bleef hij toch doorgaan met het brengen van zijn doorleefde folk. Townes Van Zandt, maar dan kaler en spaarzamer is het beste vergelijkingsmateriaal. Pitiful Blues is inmiddels Malcolm Holcombe’s tiende plaat en een prachtig voorbeeld van dat cliché. De tomeloze singer/songwriter die, ondanks alle tegenslag en alle aanslagen op zijn gezondheid, gewoon door blijft gaan met het ene na het andere prachtlied op te nemen.
mij=PIAS / Rough Trade