Er wordt genoeg muziek gemaakt waar veel publiek voor te vinden is, maar waarbij de muziekpolitie bedenkelijk zal kijken. Neem John Mayer, je zult hem in geen jaarlijstje tegenkomen, maar de grotere muziekzalen en festivals zijn blij met hem. In 2013 speelde Mayer in onze grote bierhal en daar speelden de Canadezen Peter Katz en Royal Wood na afloop. Wood is nu toe aan zijn vijfde album, dat de titel The Burning Bright kreeg. Ik denk dat er niemand van schrik is weggerend bij het optreden, en dat zal ook niemand doen bij dit album. Wood zoekt het in de folkpop en dan van de soort waar niet al teveel scherpe randen aan zitten. Muzikale evenknieën vindt hij in David Gray, Billy Joel of Rufus Wainwright, maar dan standaard in een gladgestreken versie. En ik zal eerlijk zeggen dat dit mij wat irriteert, zoals in “White Flag”. Als hij het echter in de basis kleiner houdt, bijvoorbeeld slechts gedeeltelijk vergezeld van een piano (“I’m afraid”) of gitaar (“It’s Only Love”), dan komt hij het best tot zijn recht. Maar ondanks dat ik als muziekpolitieagent niet volmondig hoera roep, kan ik me voorstellen dat hele volksstammen het met mij oneens zijn. En mogelijk komt Wood op het podium wel helemaal tot zijn recht als er niemand is die alles recht strijkt en de muzikale essentie bloot gelegd wordt.
mij=Maple Music/DGR Music