Heeft Sinkane teveel gezopen op tournee? Of had hij net voor dat hij de studio inging een weekje griep? De wereldse all around-eclecticus zingt aanmerkelijk slechter dan op voorganger Mars. Misschien valt het me gewoon nu pas op, omdat Sinkane er dit keer voor heeft gekozen zijn stem vooraan de mix te plaatsen. Op zichzelf een begrijpelijke reflex, de liedjes krijgen er meer hitpotentie van, en dan wordt de showbink uithangen ook ineens een stuk makkelijker. Maar ja, dan moet je wel met die soul-kikkerij weg kunnen komen. Tot overmaat van ramp zingt Sinkane bijzonder veel falset. Nog net een graadje moeilijker, dus hoe dat afloopt valt te raden. Soms scheert hij zelfs langs Lambchop-achtige parodie. Hij moet echt héél hard in de ballen knijpen om al piepend de noten te halen. Is er dan geen enkel goed nieuw idee ter compensatie? Zeker. Baslijnen! Een plaat lang stelen ze de show, met “Galley Boys” als bizar hoogtepunt. Dub plus een twangende pedal steel? Waarom niet. Dat soort dingen kunnen allemaal bij Sinkane. Juist in die vervreemdende potpourri ligt zijn klasse. Zo zorgt Sinkane toch nog voor een vrolijk slot. Ik blijf benieuwd welke combinaties hij de volgende keer uit gaat proberen. Iets met swingende koortjes misschien?
Ook de zanger van Glass Animals kijkt niet op een falset-partij meer of minder. Deze Britten maken namelijk hipsterige indie in de stijl van Alt-J. Je kon er een beetje op wachten. Nu vind ik de muziek van Alt-J verdraaid lastig te doorgronden. Zijn het flinterdunne keizer zonder-kleren-liedjes die de luisteraar foppen met moeilijkdoenerige ongrijpbaarheid, of stuiten we achter al die waterige laagjes toch nog op een diepere bodem? Zaba roept eenzelfde dilemma op. Ik erger me al als ik de Wikipedia-albumpagina lees. (Toegegeven, dat zal aan mij liggen.) Aan veelzijdig geluiden in elk geval absoluut geen gebrek. Er zijn toffe triphop-ritmes, stoere synths, en fluwelen zangpartijen vol van vage teksten die – heel toepasselijk – in het boekje in zwart op donkerblauw zijn afgedrukt. Onleesbaar dus. Wat Glass Animals nu al op Alt-J voor heeft is hun vermogen tot grooven. Ze zijn op hun beste momenten wél sexy. Dat delen ze dan weer met een stel andere Engelse falset-helden, de Wild Beasts. Die vergelijking geeft hoop op een mooie carrière, maar voorlopig is het nog zoeken naar een eigen evenwicht in een stortvloed van ideetjes. Glass Houses is nu het leukst als ze nadrukkelijk leentjebuur spelen. Het Dr. Dre-achtige ritme van “Hazey” had prima op Björk‘s Volta gepast. Het daaropvolgende “Toes” is het beste Alt-J-doorslagje. Mysterieus, maar wel wat aanstellerig.
mij=Drag City & Caroline