Ik weet niet waar het door komt, maar Australische prog is meestal nogal rough around the edges. Het klopt allemaal wel, maar je krijgt de indruk dat ze qua productionele vaardigheden nog twee decennia achterlopen. Misschien is het ook gewoon een kwestie van geld, want Australië is volgens mij niet een land met een enorme progscene. Tijdens het beluisteren van Anubis‘ Hitchhiking To Byzanthium zit ik me dan ook met enige regelmaat te verbazen over de niet al te subtiele toetsentapijtjes en -pingels, zoals op “A King With No Crown”. Ook het gitaargeluid is vaak een stevig vervormd geluid dat de neiging heeft het geheel dicht te slibben. Het is bombast, maar het ligt er wel heel dik bovenop, als Marillion in zijn minst subtiele dagen. Het doet overigens vaker aan Marillion denken, bijvoorbeeld in de gitaarpartijen en de interactie tussen gitaar en bas. “Dead Trees” is daar een goed voorbeeld van. “Blood Is Thicker Than Common Sense” heeft ineens een verrassend wave-achtig karakter en heeft wel wat van GTR, het eenmalige semi-AOR-project van Steve Hackett en Steve Howe. “Silent Wandering Ghosts”, met een solo naar het einde, is een mooie afsluiter. Iets wat me steeds meer gaat tegenstaan op dit album zijn de larmoyante zang en het gemaakt-grootse geluid. Daar kan ik bij Coldplay en Muse al niet tegen en ook bij Anubis staat me dat iedere keer weer tegen. Juist doordat het productioneel niet al te subtiel is, krijg je bijna voortdurend een vol geluidsbeeld voor je kiezen, en dat wordt behoorlijk vermoeiend. Tien tracks van in totaal 78 minuten, dat trek je bij deze plaat alleen als je écht van deze stijl houdt. Ik heb mijn best gedaan, maar voor mij geldt dat zeker niet. Sorry, Anubis.
mij=Bird’s Robe