In 1985 begon Mats ‘Dalton’ Dahlberg, voormalig drummer van Treat, een poprockbandje: Dalton. Ze maakten twee albums, The Race Is On (1987) en Injection (1989) en daarmee – en met de koffers vol haarlak en schoudervullingen – toerden ze een tijdje rond, vooral in Zweden zelf. In 2012 kwamen ze weer bij elkaar en de oude platenmaatschappij bracht van die twee platen en wat restmateriaal een verzamelaar uit onder de optimistische titel Best Of Dalton – 25th Anniversary 1987 – 2012. Inmiddels is het 2014 en heeft Dalton zowaar een derde album, Pit Stop. Elf tracks in krap drie kwartier en helaas vol met alle clichés die je kunt bedenken. Kijk, dat een beginnend bandje moeite heeft om origineel voor de dag te komen en een goede sound neer te zetten is nog enigszins begrijpelijk. Kwestie van je vak leren. Maar na een paar decennia op de proppen komen met een slechte variant op de vroege Bon Jovi is te erg voor woorden. Lelijke stopverftoetsen, fantasieloze riffs en liefst binnen twintig seconden naar het meezingrefreintje. Opener “Ready Or Not” is nog enigszins te pruimen, maar daarna gaat het in sneltreinvaart de verkeerde kant op en valt er eerlijk gezegd niet zoveel meer te genieten. Een schoolvoorbeeld van het fantasieloos herkauwen op dit album is “Up & Down”. Dit is teren op een reputatie die al niet zo heel veel voorstelde. Dalton mag wat mij betreft meteen weer de zwarte vlag krijgen.
mij=Frontiers/Rough Trade
Het woord stopverftoetsen hoort zolangzamerhand thuis in de Dikke van Dale. 😀
Eerst gerontorock en Teutoonse marsmetal! 😉