Een nieuwe John Hiatt-plaat, daar keek ik in een niet eens zo heel ver verleden verlekkerd naar uit. Maar bij een artiest die al dik veertig jaar meegaat en met Terms Of My Surrender zijn 22e (of is het toch de 23e of 24e, ik ben de tel kwijt) studioplaat uitbrengt moet je me het maar niet kwalijk nemen dat ik er af en toe een paar mis. Want productief blijft John Hiatt. Sinds 2010 bracht hij bijvoorbeeld elk jaar een nieuw album uit. En potverredikkie, Terms Of My Surrender, dat eerder dit jaar verscheen, had ik echt niet mogen missen. De stem van Hiatt is met de jaren wat ruwer en lager geworden en dat komt goed van pas in de stiel van singer-songwriter die hij zich hier aanmeet. De formule op Terms of My Surrender is een gouden. De songs laveren tussen folk en blues, maar pikken bijvoorbeeld in het hilarische “Old People” ook nog even wat gospelkoortjes mee. In opener “Long Time Comin'” klinkt Hiatt als het volwassen kind van Waits en Dylan (terwijl hij natuurlijk gewoon een generatiegenoot is, met een bijna vergelijkbaar geweldig oeuvre) en in de daarop volgende akoestische blues van “Face of God” als de zoon van John Lee Hooker. Een track als het rauwe “Wind Don’t Have To Hurry” waarin Hiatt zijn stem laat schuren als bijna nooit te voren en de banjo die hobbelig tokkelt als een stoffige landweg met gaten en keien valt ook niet versmaden. Het refrein is met zijn ‘Nanana-nana-nananááá / Nanana-nana-nanaa’ even simpel als indringend. De blues speelt op Terms Of My Surrender meer dan tevoren de boventoon en dat smoezelige jasje zit Hiatt als gegoten.
mij=New West
Lekkere recensie, lekkere cd!