Hoewel de band al bijna zeventien jaar bestaat, is Grand Morbid Funeral pas het vierde volledige album. Geheel volgens oeroud Scandinavisch recept wordt getapt uit een dodelijk metalen vaatje. Met leden van ondermeer Opeth en Katatonia in de gelederen zal dit niet leiden tot het optrekken van enige wenkbrauw in welke vorm dan ook. Waar voorheen de getormenteerde vocalen door klasbakken als Mikael Äkerfeldt (Opeth) en Peter Tägtgren (Hypocrisy) de microfoon ingebruld werden, is het nu oudgediende Nick Holmes van Paradise Lost die deze taak voor zijn rekening neemt, dit is dezelfde man die vijftien jaar geleden riep dat death metal dood was en dat hij nooit en te nimmer meer zou grunten. Op deze nieuwe boreling van Bloodbath logenstraft Holmes deze uitspraak op doeltreffende wijze. Tot nieuw wasdom gekomen als een gelouterde reïncarnatie van zijn oude-ik voorziet hij de diep in misère en zwartgalligheid gedrenkte muziek van een passende doodsrochel. Weliswaar iets minder krachtig als in zijn hoogtijdagen, maar nog immer met verve en ware doodsverachting. Het gitaarwerk is megavet en gruizig. Degenen die behept zijn met een meer dan morbide fantasie kunnen de getroebleerde zielen tijdens het beluisteren van dit zwartgeblakerde schijfje in een nietsontziende danse macabre voorbij zien schuifelen. Bloodbath is herrezen uit het graf. Het is maar dat u het weet.
mij=Peaceville