De vormgeving is wederom voortreffelijk verzorgd. Dan heb ik het niet alleen over de hoes en de hoesfoto, maar ook de liedjes op deze dertiende plaat (de twee compilaties en de twee liveplaten meegerekend) van Belle and Sebastian zijn weer met alle zorg in elkaar gezet. De eerste single, “The Party Line”, was even schrikken: ietwat kitscherige, maar – eerlijk is eerlijk – vrolijk makende disco. De eerste track van Girls In Peacetime Want To Dance – bonuspunten voor de albumtitel – blijkt daarentegen vintage Belle & Sebastian: “Nobody’s Empire” is een pastoraal klinkend, nauwkeurig gearrangeerd liedje met prachtige blazers en een mooie, gospelachtige climax. Tussen deze twee ijkpunten – disco en klassieke Belle & Sebastian-liedjes – beweegt het hele album zich. Helaas: never the twain shall meet. Een plaat die zo duidelijk op twee gedachten hinkt wil maar geen eenheid worden. Daar komt bij dat sommige nummers gedomineerd worden door erg plat klinkende synthesizers (“Power of Three”) of mierzoete strijkers (“The Cat With The Cream”). Een nummer als “Enter Sylvia Plath” klinkt zelfs als een afgekeurde Depeche Mode-track. Met Girls In Peacetime Want To Dance hebben Stuart Murdoch c.s. geprobeerd een nieuwe stap in hun carrière te zetten. Wellicht hadden ze beter twee EP’s af kunnen leveren.
mij=Matador