The Meters! Als er in de rare melting pot die Deerhoof is één bandje deze keer komt bovendrijven, zijn het de New Orleans-funksters van The Meters. Niet dat de roemruchte Hammond B3 van Art Neville – voorman van The Meters – terug te horen is op La Isla Bonita, maar het lijkt alsof het dieet van Deerhoof deze keer voor een groot deel uit platen met sixtiesfunk bestond. Uiteraard klinken de ritmes weer dwars en bizar, is er geen refrein te horen en is het de heerlijke stem van Satomi Matsuzaki die alles bij elkaar houdt. In de opener “Paradise Girls” bezingt ze het favoriete lustobject van menig indie-kid: ‘girls who play the bass guitar / girls who are smart’. Verder valt er als gebruikelijk nauwelijks een touw aan de teksten vast te knopen (in “Black Pitch” horen we niet veel meer gezongen worden dan ‘We’re gonna want you / no no no’). Het zijn de snelle, nauwelijks te ontwarren gitaarriffs – de ene keer funky, de andere keer punky – , de vrolijkmakende zang, de rommelende en stuiterende bas en de razendknappe drumritmes die La Isla Bonita, het dertiende album in de twintig jaar dat Deerhoof bestaat, tot een plezier maken. En de songs? Er valt als gebruikelijk nauwelijks een structuur te ontdekken, exact zoals het hoort bij Deerhoof. Maar de funky ritmes klinken beter, strakker en mooier dan ooit.
mij=Clapping Music