Als mijn stemming onder nul is ga ik harde gitaren opzetten. Black Sabbath, of heavy bluesrock. Als ik het even écht niet meer trek zijn het doorgaans Motörhead en Queenrÿche die me uit die stemming moeten trekken. Zal wel aan die heavy metal umlaut liggen. Aangezien het even allemaal niet zo lekker gaat in Huize Prikkie had ik daarom verwacht de nieuwe Robben Ford niet met heel veel plezier op te zetten. Niets tegen Robben Ford, maar gewoon wat te clean voor mijn stemming. Ford is op Into The Sun ook niet plots een wilde rocker geworden. Zoals gebruikelijk is hij vrij netjes in zijn spel, dat bovendien veel pop-, soul- en jazzinvloeden heeft. Deze keer louter eigen tracks (deels geschreven met singer-songwriter Kyle Swan), maar volop fraaie samenwerkingen in de uitvoering: met Keb’ Mo’ en pedal steel-gitarist Robert Randolph (“Justified”), zangeres ZZ Ward (“Breath Of Me”), Gov’t Mule-opperhoofd Warren Haynes (“High Heels And Throwing Things”, met één regel gezongen door Kyle Swan, die dat op Fords verzoek dronken deed…), Sonny Landreth (“So Long 4 U”) en een van de interessantste bluesjonkies van het moment, Tyler Bryant (“Stone Cold Heaven”). Het zorgt voor meer dan voldoende afwisseling. En laten we wel zijn, Ford mag dan van het ingetogen bluesy spel zijn, het is zeker voor de echte gitaarliefhebber wel degelijk een genot om naar te luisteren, ook op Into The Sun weer. Daarnaast trekt hij juist in de tracks zonder gasten de registers soms nog best flink open, zoals in “Rainbow Covers” en “Same Train”. En zo heb ik uiteindelijk nog enorm zitten genieten van Into The Sun, zelfs al past hij niet helemaal bij mijn huidige stemming. Over een paar weken is Ford trouwens live te bewonderen in Amsterdam, Breda en Groningen. Laat dit een aanbeveling zijn om te gaan kijken, ongeacht je stemming.
mij=Mascot/Bertus