Een modene hobo, zo zou je Andy Dale Petty kunnen noemen. Of, in de charmant klunzige tekst van zijn label Voodoo Rhythm: ‘Born in NORTHERN GEORGIA sometime between 1985 and 1986, raised by a single mother and clan of cousins, first instrument was harmonica then ukelele then got addicted to the GUITAR and the BANJO, BUSKING in every street corner in the tiniest towns of south central Tennessee and then went on travel and i mean travel! and thats what he’s doing best Travel with THE TRAIN or by foot and writing songs about it and about live in general’. Vervolgens worden als grote voorbeelden Bert Jansch, Mississippi John Hurt en Woody Guthrie aangehaald. Zijn debuut All God’s Children Have Shoes werd omschreven als ‘old time religion folk music mixed up with western ballads’ en daar is niets aan veranderd. Greil Marcus omschreef Bob Dylans Basement Tapes als afkomstig uit ‘the old, weird America’ en dat is wellicht de omschrijving die het meest rechtdoet aan de de door banjo, ukelele en gitaar ggedreven liedjes van Andy Dale Petty. Een instrumentaaltje als “Keraxa’lu” en “Steelguitar Rag” daargelaten, zijn het oude verhalen en liedjes, doorverteld op de veranda’s van de Appalachen die Andy Dale Petty op muziek gezet heeft.
mij=Voodoo Rhythm / ClearSpot