Het voorgaande King King-album Standing In The Shadows beviel me goed, dus ik begon met frisse moed aan het nieuwe album Reaching For The Light – licht en donker is blijkbaar een thema bij de heren. Maar negen tracks en drie kwartier later dacht ik vooral ‘was dit het nou?’ Toch is het recept, ondanks een nieuwe toetsenist in Bob Fridzema, niet dramatisch veranderd sinds de vorige keer. Alan Nimmo is nog steeds een zanger met een enorme bak blues en soul in zijn stem, er zijn prima eigen composities en een cover (Paul Carracks “Just A Little Lie”) en ook deze ronde beweegt het zich ergens in de buurt van de ingetogen blues van Robert Cray, maar dan met wat meer popinvloeden, en de AOR van FM. Op Reaching For The Light heeft de AOR echter een beetje de overhand gekregen. Het is braaf en ingetogen, en dat blijft het. Negen tracks lang. Een keer een vuige orgel- of gitaarsolo, een paar keer de handrem eraf, dat zou dit album heel veel goed gedaan hebben. Gary Moore was daar een ster in. Een track kon rustig en ingetogen zijn en dan werd de boel met een om te kwijlen zo mooie gitaarsolo in vuur en vlam gezet. Bij King King blijven deze ronde ook de solo’s braaf en ingetogen. Met klasse uitgevoerd, dat wel, maar het wil maar niet ontvlammen. Bij de brug in “Crazy” zit een fijne lick die zou kunnen ontaarden in een grommende gitaarsolo – die vervolgens niet komt. En zo wordt een plaat waar eigenlijk helemaal niet zoveel op aan te merken is een plaat waar sowieso niet zoveel over óp te merken is. Dat kan toch niet de bedoeling geweest zijn.
mij=Manhaton