Nooit meer kwam er een vervolg op de fantastische jaarlijstplaat van Late of the Pier uit 2008. Wel startte Sam Dust een soloproject genaamd LA Priest – je spreekt het uit op z’n Frans, maar van Sam moet het in hoofdletters om mensen in verwarring te brengen – en is er nu na minstens vijf jaar eindelijk ook een bijbehorend album. Op de hoes wordt de bandnaam aaneen als LAPRIEST gespeld. Inji is tegelijkertijd een vrij toegankelijke en een vergezochte synthpopplaat. Er zitten best hooks in, maar wel spaarzaam en nogal eigenwijs. Lang niet alles is dansbaar. La Priest leent invloeden van Metronomy, Wire en The Horrors. In sommige nummers hoor ik MGMT en zelfs Prince (opener “Occasion”). De fijne baslijn van het popnummer “Engine” uit 2008, dat het album niet gehaald heeft, zit wel in “Learning to love”. Een hoogtepunt is de single “Oino” met zijn kruising van lekker zompige bas en ielige indiezang, Het andere sterkste nummer is “Fabby”. Was het niet instrumentaal geweest, dan had ik het van Blur ofzo verwacht. “A Good Sign” begint dan weer wel meteen met Antony & The Johnsons-achtig vervormde zang. Als ik eerlijk ben, had ik na vijf jaar iets revolutionairders verwacht, een plaat waar ik minder vergelijkingen bij in mijn hoofd kreeg. In mijn jaarlijst zal Inji niet eindigen denk ik, maar ik ben toch erg blij dat Sam Dust terug is. Hij is trouwens aan nog twee andere projecten bezig. Doet me denken… wat is er eigenlijk met de Filthy Dukes gebeurd? Op hun “This Rhythm” uit 2009 zong Sam ook nog mee…
mij=Domino
Een typische slechte geenbudgetclip bij “Occasion”, maar ik had best willen weten hoe dat modulaire systeem werkt dat in beeld komt…
https://www.youtube.com/watch?v=XTRFf25X2Tk
“Fabby” blijkt een oude Late of the Pier-song te zijn, en sommige andere songs waren oorspronkelijk testjes voor de synthesizers die Sam zelf bouwde:
http://www.dummymag.com/features/la-priest-interview