Van die luxeproblemen. Zelden zal een festivalterrein stormvaster zijn, dan dat van Lowlands. Men is op alles voorbereid. Behalve op goed weer wellicht. Als volwassen kerels gestrekt gaan, voor in de tent, op een relatief vroeg tijdstip, dan kun je zeggen dat het héét is binnen in de tenten. Bloedheet. Goed smeren en veel blijven drinken helpt. En zo af en toe eens een bandje van wat verder weg bekijken.
mij=door: Gr.R. en Stonehead. Foto’s: Jorg
Christine and the Queens bijvoorbeeld. Deze band, van de Francaise Héloïse Létissier, opent voor ons de zaterdag. Fijne electropop, die noopt een een beetje afstand te nemen, want dan zie je beter dat ze een puike show neerzet. Maar ook als Héloïse even het gas terugneemt, blijft het boeiend. Zelden iemand gezien die zo heerlijk nonchalant, met de handen in de zakken, een ballad kan brengen. De afwisseling van Engelse en Franse nummers zorgt voor een fijne spanning. En als vervolgens er ook nog “Pump Up The Jam” van M.A.R.R.S langskomt gaan, ondanks het vroege tijdstip, ook bij uw verslaggever de voetjes van de vloer en de handjes de lucht in. Het contrast met een band als Echosmith, kon haast niet groter zijn. Daar waar Létissier de touwtjes strak in handen heeft, heeft bij Echosmith de producer, of de manager dat. De band, van de Amerikaanse familie Sierota speelt vederlichte productiepop. Het zou zo, net als een Sam Smith vorig jaar, uit een bandjeswedstrijd kunnen komen. De bandnaam is samengesteld uit de inspiratiebronnen Echo and the Bunnymen en The Smiths, maar als ik Morrissey of Ian McCulloch was, ging ik verhaal halen. De vrouwen zijn sowieso goed vertegenwoordigd op de Lowlands-zaterdag. Want de onbetwiste winnaar van de dag is Lianna la Havas. Wat een show, wat een strot. Lianna la Havas weet verdomd goed wat ze wil en kan dat ook voor het voetlicht brengen. Ze heeft een retestrakke band, maar steelt zelf de show als zangeres en gitariste. Gloedvolle show, die live net dat pepertje meekrijgt om zelfs oude rockmannen volledig in te pakken. La Havas was het hoogtepunt van de dag.
En dan het bruggetje waarvan je wist dat het ging komen. Want was het een bewussie dat de programmeur van Lowlands Barns Courtney en Courtney Barnett op dezelfde dag zette? Met de ster van Courtney Barnett rijzende, lijkt het al snel een gimmick, om jezelf Barns Courtney te noemen. Geen idee of hij werkelijk zo heet, want informatie op het internet is schaars. Maar als het een gimmick is, dan is het een hele goede gimmick, want Barns Courtney is een bijzondere in het singer-songwriter-genre. Een bijzonder soulvolle stem, hij haalt de hogere regionen met gemak en heeft een serie ijzersterke nummers. Het is niet druk in de Charlie, als Courtney optreedt, maar hij pakt iedereen in. En dat doet Courtney Barnett ook. Je moet van haar werk houden. Haar plaat heeft een wat luie, lome uitstraling en dat gaat mij snel vervelen. Live heeft ze die uitstraling echter niet, en dan gaat het gewoon loos. Ze is een uitstekende gitarist en schroomt niet om dat te laten horen. Live horen we, in de verte, zelfs echo’s van een Crazy Horse. Je zou haar een producer wensen, die dit ook op de plaat kan bewerkstelligen.
Diezelfde producer moet dan ook naar Father John Misty. Met I Love You, Honeybear heb ik een haat/liefde verhouding. Je hoort de goede nummers, maar ik vind het net wat te nonchalant gebracht. En ook J. Tillman, zoals Father John Misty heet, volgens de burgerlijke stand, blijkt live niets van dat alles te hebben. Dan wordt het nochalante ineens iets licht cynisch en dat geeft een fijn randje aan het optreden. Tillman werkt zich grappend en grollend door de show, zo kondigt hij Radiohead alvast aan en claimt hij het Lowlandslogo als de Extraterrestrial Razorblades. Het tilt de toch al fijne show naar een hoger plan.
En File Under, is er geen kabaal vandaag? Nou en of is dat er! De elektropunk van Ho99o9. Die mannen hebben zulke goede zin, dat een van de zangers besluit dat het een goed idee om de moshpit in te duiken. En daarin glansrijk overeind blijft. Geen nuance, geen gevangenen, lomp en hard. Dat heeft een mens nodig zo af en toe. Als je zelfs de vrouwen luchtgitaar ziet spelen, dan weet je dat er op het podium gerockt wordt. Bij The Bohicas dus. Ongecompliceerde Engelse gitaarrock, van een stel jonge honden, dat nog een beetje diepgang ontbeert, maar waarvan de festivalset net lang genoeg is om niet te vervelen. Maar daarom gingen we naar festivals, immers. Nothing but Thieves komt ook uit Engeland en is zo mogelijk nog jonger dan The Bohicas. Ook zij weten hoe te rocken, maar maken hun muziek iets complexer en dan kom je al gauw bij iets als Muse uit. De pretenties zijn er, maar Nothing but Thieves moet vooral nog wat kilometers maken.
Zoals eerder gezegd, was het hoogtepunt van de dag het optreden van Lianne La Havas. Zij zorgde echter niet voor het ultieme kippenvelmoment. Dat waren toch echt FFS, toen zij “This Town Ain’t Big Enough for the Both of Us” inzetten. Meteen gevolgd door “Take Me Out”. Het was het slotstuk van een wat onevenwichtige show van de collaboratie Franz Ferdinand en Sparks. De hoogtepunten waren, zoals gezegd, aan het eind, maar waren dus oudere nummers van de respectievelijke bands. Vooral midden in het optreden zakte het wat in. Dan lijkt het erop, dat ze nog niet het beste uit elkaar halen. Maar goed, als je toch zulke kneiters van hits op je conto hebt, weet je het optreden altijd naar een plus te maken.
In het verleden heb ik wel eens geklaagd dat Lowlands vergat te programmeren op de zaterdag. Op de vrijdag en de zondag ren je je rot en op de zaterdag verveelde je je. Dat is dit jaar wel anders. de zaterdag was goed gevuld en kende ook een bijzonder hoog aantal topvrouwen. En dat is voor de verandering ook wel eens fijn…
(Gr.R.)
Zaterdag: het tussendagje
Deze week vond ik (Stonehead) toevallig een Volkskrant-interview van 13 augustus 2014 terug. Toen al zei Lowlands-directeur Eric van Eerdenburg: ‘Lowlands is achteraf altijd beter dan men van tevoren denkt dat het zal zijn, het is een wet’. Profetisch. En ook toen schreef de krant dat de kritiek “heviger was” dan in 2013: duurdere tickets, de invoering van parkeergeld, het verdwijnen van het statiegeldsysteem op bekers, en Lowlands bleek pas in mei 2014 uitverkocht in plaats van binnen twee uur. In 2015 kunnen we stellen dat de trend doorgezet is, maar dat Van Eerdenburg nog altijd gelijk heeft. Voor headliners als de Chemical Brothers, Bastille en de Jeugd van Tegenwoordig hoef je niet naar Lowlands, maar ze zijn wel succesvol, en er is nog veel meer te doen wat veel leuker is.
Om 12:00 sta ik met mijn vriendin bij de hemelpoorthekken te wachten tot het Alpha-terrein opengaat. We nemen de boot naar de Llowzone, waar een sauna is en waar je kunt meedoen aan een yogasessie. Je mag voor de sauna je kleren in een genummerde plastic zak stoppen, en de sauna zelf bestaat uit een tent waar je met z’n vieren 10 minuten in kan. Binnen die tijd wordt er ook nog een opgieting van een Turks kruidenmengsel gedaan. Voorwaar een genot. Er is ook een hottub, waar je in kunt zitten terwijl een Flevolands windje om je oren blaast en de yogamuzikanten rustgevende muziek maken met voetbelletjes en vreemde tokkelinstrumenten. Toch net wat anders dan een normale sauna.
Hoewel we de tijd nu al een beetje kwijt zijn, vangen we gelukkig nog wat op van Jacco Gardner. Hij trekt veel publiek in de Heineken-tent en maakt een verzekerde indruk. Toch zijn het vooral de nummers van zijn eerste plaat waar ik wat mee heb.
Verreweg het mooiste optreden van de voormiddag wordt verzorgd door Low Roar in de X-Ray. Lieve, sfeervolle gitaarnummers vulden de ruimte. Iedereen die van indiebands houdt zou dit moeten horen.
Omdat we helaas te laat zijn voor de rij bij de theatervoorstelling “De verleiders: door de bank genomen” in de Juliet, die ver voor tijd al helemaal vol zit, volgens de security voor het eerst dit weekend (dan maar apart een kaartje kopen voor 2016…) gaan we naar Franz Ferdinand & Sparks. Alles wat Gr.R. hierboven zegt is waar: dit sprankelt en zit vol vreugde. De nummers van beide bands gaan erop vooruit. Eerlijk gezegd kende ik Sparks niet, maar hun grootste hit wordt hier vol overtuiging gebracht (en de hoge noten feilloos gehaald).
Omdat we toch in de Juliet geweest willen zijn, gaan we (dit keer op tijd) naar Flyland 2, een dansvoorstelling. Het is een spel van dansers met videoprojecties. Diverse bezoekers wisselen na enkele minuten van plek, want de liggende dansers zijn niet vanaf alle zitplekken te zien. Het is erg mooi gedaan en er zitten diverse symbolische gebaren in die doen denken aan animatiefilmpjes over liefde.
Na Flyland 2, dat nogal uitloopt, zoals diverse voorstellingen in de Juliet dit weekend, ga ik naar Shura. Deze Britse zangeres maakt met een bandlid mooie, verlegen synthpop. Regelmatig veegt ze haar blonde lokken precies zoals de tekening op haar EP-cover. Sterke song na sterke song komt voorbij en het hele optreden lang zit ik te mijmeren aan wie haar stem me nu doet denken. Afsluiter “White Light” maakt ‘t definitief: Madonna! Ze zit ook nog bij een major label, dus ze zal ongetwijfeld groot gaan worden…
Na Shura is het zo’n 21:30 geworden en dan betekent: het grote keuzestress-uur! Lowlands zet al hun headliners nu eenmaal tussen 21:30 en 23:00 uur neer, zodat je onvermijdelijk iets geweldigs mist, en daarna volgt het nachtprogramma waarbij het niet-dansende deel van het publiek noodgedwongen afhaakt. Ik heb eigenlijk nooit goed begrepen waarom die grens van 23:00 uur zo strak is. Pukkelpop doet bijvoorbeeld echt niet moeilijk over grote popnamen om 1 uur ‘s nachts. Ook qua geluidsvolume is er geen verschil. In elk geval, vandaag mag ik gaan kiezen tussen The Chemical Brothers, SBTRKT, Batida en Nothing But Thieves, en uiteindelijk zie ik van al die bands 10 tot 15 minuten.
Om te beginnen SBTRKT. Van Wonder Where We Land wil ik al een half jaar een recensie schrijven; ik ben na optredens op STRP, Pitch en in de Melkweg waarschijnlijk ongeveer de enige hier die Aaron Jerome – ook vanavond met masker – nog niet eerder live had gezien. Hij maakt het waar: dromerige maar dansbare livemuziek vult de iets te grote Bravo. New Dorp New York blijft fascinerend, al komen de vocals van Ezra Koenig (Vampire Weekend) natuurlijk uit een doosje. Het genre van SBTRKT blijft niet echt te definiëren. Elektronisch, dat wel. Heel gaaf, maar ik wil nog meer acts zien. De beste SBTRKT-nummers moet ik missen…
Door naar Batida, dat afrobeat laat horen in de X-Ray. Voorafgaand aan elk nummer laat de artiest een korte video zien. Het komt wat over als een politiek statement en het haalt telkens de vaart uit het optreden, maar bij elk nummer gaat toch meteen de tent los. Dit is hip, dansbaar, feestelijk en tijdloos – al kom ik er thuis achter dat Batida’s albums toch wat suffer zijn dan deze wervelende live-ervaring.
In de Charlie speelt Nothing but Thieves, dat zijn naam eer aandoet. Vermoedelijk zijn ze ooit begonnen als coverband. Zoals een band als Trivium een sympathieke ripoff is van Metallica, Slipknot en een hele rits andere harde bands, zo heeft Nothing but Thieves een aantal Muse-powerriffs, een paar Editors-liedjes, een uitstekend galmende zangstem, een Led-Zeppelin-cover en precies nul originaliteit – maar wat klinkt het lekker. En zo’n band hadden we nog niet gehad deze Lowlands, eerlijk is eerlijk.
In de Alpha speelt The Chemical Brothers. voor de vijfde keer op Lowlands volgens de Volkskrant-bijlage van 12 augustus 2015. Een van de twee ‘broers’ is er niet eens bij, en het concert verloopt nogal op de automatische piloot. Zoals de nummers op de nieuwe plaat niet slecht zijn maar ook niet willen landen, zo gaan “Block Rocking Beats” en “Galvanize” eigenlijk straal langs me heen, en dat gebeurt me bij die nummers normaal nooit. Is het te druk? Leidt het bombardement aan lasers teveel af? Ben ik moe? Of ontbreekt gewoon echt de vonk?
Wanneer de mensenmassa terugloopt zie ik bij het schafthok van de Cursus Voor Beginners (waar je overdag kunt leren bloemschikken) dat er een onaangekondigd feestje bezig is. Er staat binnen een dj met een kleine draaitafel en een minimale set discolampen, en het is er helemaal vol. Leukste dansspot van het festival!
Om bij te slapen besluit ik richting tent te gaan. Daardoor mis ik helaas het grootste deel van Motor City Drum Ensemble, de beste soulvolle retrodisco-dj van het festival, en het eenmalige trio The Love Triangle, dat 3voor12 naderhand dermate lovend beschrijft dat het geweldig moet zijn geweest. Er zijn helaas geen opnames van te vinden, waar ik een beetje op gehoopt had. Hiervoor geldt dus hetzelfde als voor Lowlands 2014: je had erbij moeten zijn, en de rest is legende.
Het verslag van de Lowlands-zaterdag van tBeest vind je op zijn weblog.