Laatst deden Jimmy Fallon en The Roots een spelletje 5 tegen 5 in de Tonight Show. Toen Questlove werd gevraagd naar de grootste reden waarom Amerikanen naar concerten gaan, zei hij: “to smoke weed”. Snoop Dogg is de belichaming van deze gedachte. Hij is de vleesgeworden Simon Vinkenoog van de Amerikaanse popcultuur. Na zijn onderbroekenlol-uitstapjes als Snoop Lion pakt hij zijn samenwerkingen op met The Neptunes en Charlie Wilson. “Never change a winning team”, moet hij hebben gedacht. En, bovenal, alles wat Pharrell aanraakt verandert alweer een tijdje in blinkend goud. Dus in hem werd de producer gevonden. Snoop is zelf de nieuwe George Clinton. Hij weet hoe je een onoverwinnelijk team kunt samenstellen waarmee je een paar seizoenen vooruit kunt. Snoop is zelf de toptrainer geworden die zijn eigen kunstjes verstaat, maar steeds vaker op afstand op zoek gaat naar de juiste combinaties. En dus worden Kendrick Lamar, TI, Gwen Stefani en ook Rick Ross opgevoerd. Dat niemand de afgelopen veertig jaar bedacht heeft hoe goed Stevie Wonders mondharmonica-partijen werken op klassieke P-funk in “California Roll” bijvoorbeeld, is absoluut meesterlijk. Als product van de jaren zeventig grijpt Snoop terug naar hits van Chic en Parliament en koppelt hij disco via Soultrain aan funk. Het lijkt zo makkelijk, maar doe het maar eens. Bij Snoop Dogg klinkt het heel logisch. Pharrell begrijpt dat.
mij=Sony