Elvis Costello, Joe Jackson, Graham Parker, Nick Lowe: wat mij betreft past Wreckless Eric, nom de plume van Eric Goulden, naadloos in dat rijtje. Angry young man met venijnige gitaar, scherpe, grappige teksten en een fijn gevoel voor popmelodieën. En ook nog eens platen uitbrengen op het roemruchte Stiff-label. Maar dat was 1977, toen hij een hitje scoorde met “Whole Wide World”. Zijn 15 minutes of fame duurden tot 1980. Big Smash!, een compilatie van zijn eerste twee platen, werd een minor classic. Sinds die tijd bracht hij alleen of met anderen nog regelmatig platen uit, maar in tegenstelling tot het eerder genoemde kwartet, dreigde zijn naam en faam langzaam weg te zakken in de vergetelheid. In 2011 verhuisde hij naar upstate New York. In zijn – volgens de bio – bouwvallige woning nam hij daar op een soort lo-fi manier (het is nauwelijks te horen aan de ietwat kale, maar verder netjes geproduceerde plaat) de elf liedjes op die samen AmERICa vormen. De boosheid is verdwenen, het vakmanschap niet en zelfs zijn ietwat snotty stemgeluid is keurig gebleven. In de traditie van de gebroeders Davies van The Kinks bespreekt hij ietwat cynisch de verschijnselen van deze tijd (“Sysco Trucks”), van zijn vakgebied (“Boyband”) en zijn eigen leven en carrière (“Several Shades of Green”). AmERICa is niet de plaat van een van ambitie overlopende muzikant, maar het bewijs dat hij het 35 jaar later nog steeds in de vingers heeft.
mij=Fire