Bender – Broos

Bender – BroosHet Haarlemse Bender pakt door op zijn tweede plaat: Broos. Na het voetbalsingletje “Wonder” en de plotselinge nationale aandacht die erop volgde hield ik mijn hart vast voor de carrière van het trio dat inmiddels een kwartet is geworden. Het eerste succes zorgde ervoor dat Bender onder de aandacht kwam van Stichting Ramses Shaffy, een fonds voor jonge kunstenaars. Het zorgde er ook voor dat bedoeld of onbedoeld Bender in de categorie van de lichte kleinkunst werd gestopt. En daardoor hield ik de adem in over wat er zou gebeuren in de Noord-Hollandse koppen van de heren. Want, hoe makkelijk is het om voort te borduren op de Noten aan het Spaarne en na vijftig jaar Haarlemse popmuziekontwikkeling te blijven dwepen met de folkscene van de Waagtaverne tussen de vele scharrels en exen van Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot in. Zoals Peter Bruyn een dikke tien jaar geleden al schreef: ‘de muzikale geschiedenis van Haarlem verschilt weinig met die van andere steden. Het enige verschil is dat Haarlem een echte orgelstad is. Haarlem is burgerlijk. Er is geen conservatorium, geen kunstacademie en geen universiteit. Bands moeten het hier altijd meer van cafés hebben.’ “Op Weg Naar Huis” laat horen dat Bender weet heeft van hoe Haarlemse folk in elkaar steekt. De haast Parijse song wordt bijgestaan door een Kunkels-straatorgel van ruim een eeuw oud. Een subtiel maar briljant gekozen instrumentarium. Wat Bender verder sterkt en wat de band onderscheidt is dat muzikaal het idioom er eentje is van een melancholiek onbevangen maar teder zwieren-en-zwaaien-op-de-promenade-tempo. Zeg maar gerust dat Bender de uitvinder is van de Haarlemse folky wals met lichte fado-elementen. Slechts een keer in “Er Moet Nog Heel Veel Gebeuren” roepen Tom, Bert, Jos en Rodney de kroegsfeer van weleer op. Zanger Bert Vissers zingt in uiterst correct Nederlands en ziet gelukkig af van een overdreven theatrale kleinkunst-maniertje. Wij Nederlanders kunnen het onderscheid door onze taal herkennen als vakmatig kunstje. Bender stelt zich er breekbaar en broos mee op. Had Bender een Engelstalige zanger gehad dan zou de band instant bestempeld worden als een kruisbestuiving tussen een Tindersticks en ’n Songs: Ohia en zou alle positieve aandacht als vanzelf op de band gericht zijn. Ik ben enorm verrast door de manier waarop deze Haarlemmers laveren tussen de verwachting, het acceptabele en de tradities. Broos gaat over kwetsbaarheid in al haar facetten. Niet alleen de songteksten zijn direct en onschuldig eerlijk, ook Bender zelf stelt zich enorm kwetsbaar op door niet de gebaande paden te bewandelen en zich niet te conformeren aan wat ooit in Haarlem een cultuurtje was van alternatieve jongelingen die net zo burgerlijk waren als hun ouders. Tegelijkertijd hoeft Bender zich niet te bewijzen voor de podia en houden ze zich verre van elke pastiche die lijkt op ’n liedje van Herman van Veen, Shaffy, Youp van ’t Hek of ’n Claudia de Breij. Da’s niet de meest gemakkelijke handelswijze, maar wel een waarvoor je diep respect mag koesteren.

mij=Eigen beheer

File: Bender – Broos
File Under: Tederheid en kwetsbaarheid liggen dicht bij elkaar

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven