Wil je groeien, dan zul je bepaalde zaken aan anderen moeten overlaten. Delegeren en vertrouwen afgeven. Je kunt in je eentje niet alle ballen proberen hoog te houden. Dat is zo ongeveer wat Matt Bigland een tijdje terug voor aanvang van deze derde plaat te horen kreeg van producer Tom Dalgety die de succesvolle carrière van Royal Blood lanceerde. En dus moest Matt zijn drumstokjes afstaan aan Mike Sheils en zijn bas aan Jim Cratchley. Het doel? Een volledige focus op songschrijverij, een nietsontziend gitaarspel en heel krachtige vocalen. Waar het debuut nog kan worden weggeschreven als punkrock- en Nirvana-ripoff, daar zien we met deze derde schijf heel wat groei. Het is qua geluid grotesk, zwaar en hard geworden. Bigland doet zijn naam eer aan en heeft waarschijnlijk het licht gezien door bands als Royal Blood, Silverchair en Smashing Pumpkins. Da’s knap. Maar nog net niet onderscheidend genoeg. De liedjes zijn wat ze zijn maar missen de kwinkslagen die nodig zijn om te kunnen blijven boeien. En tekstueel levert Matt Bigland ook niet echt het niveau af waar zijn producer vast naartoe wilde werken. Daarmee is Eleven Eleven vooral een verdomd stevige collegerock-plaat geworden zonder de aanstekelijkheid en het meezinggehalte van een Weezer of de eendagsvlieg Wheatus. Ach, er staan heel wat briljante solo’s op. Ik ben benieuwd hoe de vierde cd van Dinosaur Pile-Up wordt.
mij=So Recordings
File: Dinosaur Pile-Up – Eleven Eleven
File Under: College-rock met metalriffs