Tekst: Storm Jr. Foto’s: Storm
Op de fiets naar een festival. Ik heb het van mijn vader vaak moeten aan horen, dat dat een van de mooiste manieren is om een festival te bezoeken. Het verhaal over het Twente-festival waar hij en mijn moeder voor het eerst Fratsen (met André Manuel) live zagen heb ik al vaker aangehoord dan me lief is. Maar nu fietsten we samen naar het Hulsbeek. Een beetje mopperig waren we wel. Niet vanwege het weer – het was lekker zonnig – of de line-up – er was altijd wel iets te doen dat ons leuk leek – maar vanwege mijn werk. Last-minute werd ik nog opgetrommeld om als invaller te komen werken waardoor ik een groot deel van de middag zou moeten missen. Shit happens, maar ik had me nu juist wel verheugd om The Cool Quest te zien en Blaudzun’s bril te bestuderen.
Prachtig ingericht
Ongewild kwamen we dan ook een beetje vertraagd aan op het Fields of Joy-terrein. Het viel me gelijk op dat het er supergezellig bij lag. Je ziet aan alles dat er met zorg en liefde gewerkt is aan de aanleg van het hele gebied waarop het festival plaatsvindt. Alles is op loopafstand van elkaar te vinden, maar de podia liggen door de bocht in de recreatieplas toch niet gelijk in het zicht van elkaar en doordat het programma van de grote podia bijna geen overlap heeft, heb je ook geen last van zwerfgeluid.
Wat wel jammer was dat aan het einde van de dag er steeds meer lege bekers en andere rommel overal over het terrein rondslingerden. Dat past niet echt goed bij een een naam als Fields of Joy. Ik had zelf best twee shifts van een uur willen draaien in ruil voor de rest van de dag bandjes kijken en ik denk dat er wel meer tieners zijn die dat ook hadden willen doen.
Oostelijke trots
In de line-up van de livebands viel al gelijk op dat er een ruim aanbod is van bands met een link naar het oosten. Dat dat op de derde editie van Fields of Joy nog steeds kan, geeft wel aan dat er een ruime voorraad is aan goede bands die zich zonder gêne kunnen presenteren aan een publiek van bijna 10000 man. The Grand East (Twente) en Boi Foi Toch (Achterhoek) speelden helaas tegelijkertijd, we kozen voor The Grand East. Die kwamen, zagen en overwonnen op Eurosonic en schopten het al tot De Wereld Draait Door, maar op de mooi aangelegde Goudmijn keek het publiek toch een beetje de kat uit de boom. Het maakte dat de band rond zanger Arthur Akkermans moest werken voor zijn geld. Maar van de mouwen opstropen zijn deze Tukkers niet vies en langzaam maar zeker werd de kloof tussen het publiek en het podium steeds kleiner en toen uiteindelijk het bezwerende “Kiss The Devil” ingezet werd zat het wel goed. Toch lijkt het er op dat een hitje nodig zal zijn om ze snel naar een volgende niveau van bekendheid te brengen. Al zal het met hardwerken en stug doorgaan uiteindelijk ook wel goed komen met deze rock ’n soul-ers.
Op Paradijs, het kleinste podium van Fields of Joy, was er plek voor de wat minder bekende, maar wel veelbelovende bands. Als kun je Donnerwetter en Bertolf eigenlijk niet meer in dat hokje stoppen. Donnerwetter bestaat uit gelouterde muzikanten waarvan frontman Rocco Ostermann in 1993 al een prijs won als beste gitarist tijdens Grote Prijs van Nederland en Bertolf heeft als muzikant zijn sporen al verdiend, eerst als gitarist in de band van Ilse deLange en oogstte terecht lof met zijn solo-albums.
Toch hebben deze twee bands het, ondanks dat host Arthur Adam nog zo zijn best deed, het lastig om publiek naar het kleine podium te trekken. Dat is best jammer, want juist hier kun je lekker dicht op een band staan. Dat vind ik leuker dan zo’n groot podium waarin je je als toeschouwer minder betrokken voelt.
Op het grote podium viert Miss Montreal tussendoor dat ze net terug is van een welverdiende vakantie. Ze heeft de vakantiemeligheid duidelijk nog niet van zich af weten te schudden en stopt terwijl ze steeds platter gaat praten (haar roots liggen ook Oost-Nederland en ze bivakkeerde lange tijd in Enschede) het hele veld in haar achterzak. Vooraan blèren alle meisjes de liedjes mee, in het midden zingen en dansen de dertigers en achterin staan de jongens ook een beetje stoer mee te tappen.
Kortom: Miss Montreal speelt een wedstrijd die ze niet kan verliezen. Of het nu Engelstalig, Nederlandstalig, een beetje plat of een duet met een inval-Nielson (“Hoe”), inval-Bløf-er (‘Ik Zoek Alleen Mezelf’) is, Sanne Hans en haar band steken de hele Hulsbeek-weide in hun zak.
De Staat
Voor mij was het mooi shit dat ik last-minute nog opgeroepen werd om te werken. Het maakte dat ik een heel stuk moest missen van het programma. Gelukkig was ik net op tijd terug om aan te sluiten bij De Staat. Op de weg terug naar Het Hulsbeek werden we overvallen door een hoosbui. Ik verheugde me stiekem al op de circle pit die dwars door de modder zou plaats gaan vinden tijdens “Witch Doctor”. Maar De Staat verraste iedereen door hun set gelijk al te openen met deze verse klassieker. Daar was de Goudmijn duidelijk niet op voorbereid. Een paar man vocht een klein robbertje uit vlak voor het podium, maar de kolkende massa bleef uit. Toch heeft De Staat dit eigenlijk ook helemaal niet nodig om te zegevieren. Puur op basis van het songmateriaal en uitvoering redden ze het ook wel. Voeg daar nog een gave lichtshow bij en je speelt een gewonnen wedstrijd
Voor mijn moeder
Daarna liepen we door naar een van de meest succesvolle boybands uit Engeland, East 17. Mid-veertigers die hun dansmoves laten zien in roze leren jasjes. Dat had van mij niet gehoeven. Soms ben je gewoon te oud. Mijn moeder zou het denk ik wel leuk hebben gevonden als ze niet zo’n vleermuis was geworden.
De jonge gastjes van Orange Skyline had ze vast ook wel gemogen. Al was het alleen al omdat de dansmove van zanger Stefan van der Wielen wel hout snijden. Plus dat hun liedjes gewoon superlekker in het gehoor liggen en overal wat vandaan pikken zonder dat het er heel dik bovenop ligt. Zowel hun rammelende indierockliedjes als hun meer 80’s-Synthgebaseerde liedjes vind ik tof. Ze stonden in het voorprogramma van Kensington in de Ziggodome shows, maar het zou mij niet verbazen als ze daar op eigen kracht ook snel staan.
Daarna als afsluiter nog Chef‘Special zien valt me niet mee. Maar dat komt ook doordat ik het gewoon niet zo’n leuke band vind. Ze doen hun best wel hoor, maar mij doet het gewoon heel weinig. En dan is een uur (inclusief een vette hoosbui) kijken naar deze Haarlemmers best een lange zit.