Onlangs bezocht ik een uitvoering van het Cello Octet, die tijdens deze tournee samenwerken met de vliegensvlugge Japanse pianiste Maki Namekawa. Op het programma: soundtracks van Philip Glass, de ongekroonde koning der minimalisten. Mijn favoriete moment bevond zich in een Dracula-passage. De cellisten tokkelden als bezetenen op hun instrument, de korte, synchrone pizzicato-ploinks klonken plotseling als IDM-synths. Dat brengt me op Daniela Savoldi, een vrouw die in haar eentje acht cello’s kan laten razen. Oké, daar heeft ze dan wel een loop pedal voor nodig, maar het feit dat ik het pedaalgebruik pas bij de tweede luisterbeurt besefte, zegt wat over haar soepele klasse. (Een gevalletje: je gaat het pas horen als je het doorhebt.) Belangrijker nog, ook Savoldi is een meesteres van het pizzicato. Ja, de gestreken ambient-achtige passages zijn eveneens fraai, en zullen er moeiteloos ingaan bij liefhebbers van Arvo Part en andere licht sentimentele neoklassiek. Maar het zijn de verleidelijk wiegende basloopjes die Savoldi’s zorgvuldige bouwwerken tot verbluffende hoogten doen (op)stijgen. Met name in “Space” werkt het ritme dat dankzij de tokkel ontstaat perfect. Er zit een klein hupje in, net niet buiten de maat, die een hele wereld suggereert. Van oneindige ruimte, inderdaad. Ik zie ze al vliegen.
Eigen beheer
File: Daniela Savateli – Ragnatele
File Under: Gevoel en techniek
File Audio: Bandcamp